(Van overheidsdienaren, zoals politieagenten) Letterlijk: normafwijkend gedrag vertonen; ongeoorloofde dingen doen: zich niet kleden zoals voorgeschreven; niet afrekenen in het restaurant waarin men in diensttijd de maaltijd heeft gebruikt; buitensporig geweld tegen arrestanten; het stelen van een hoeveelheid in beslag genomen verdovende middelen; het verkopen van belangrijke informatie aan de onderwereld, kortom alles doen of nalaten wat in strijd is met de geldende normen en waarden binnen de organisatie. Het plegen van corruptie of zelfverrijking is slechts één aspect hiervan. De term werd populair sedert begin jaren tachtig.
De communis opinio is nu dat de ex-korpschef over de schreef is gegaan. Ooit heette dat bij de Amsterdamse politie ‘naggen’-van NAG: Norm Afwijkend Gedrag.
Elsevier; 26-01-99
