Slecht bedeeld; over geen geld of middelen beschikkend; weinig onderwijs en cultuur genoten hebben. Arm is een woord dat nogal stigmatiserend is, vandaar de keuze voor dit vreemde woord (afgeleid van het Engelse ‘deprived’). Politici die het over ‘gedepriveerden’ hebben, spreken dus over de mensen die helemaal onderaan op de maatschappelijke ladder staan. Reinsma (1992.) vermeldt nog ‘gedefavoriseerd’ als eufemisme in opkomst. In het politiek correcte Amerika beschikt men over een hele reeks doekjes voor het bloeden: ‘the deprived (disadvantaged) people; those in the lower income bracket; the underprivileged; people in poverty; the economically exploited’ om er slechts enkele te noemen.
Wat deze cijfers dus zeggen is dat in het land dat steeds weer bij de eerste drie eindigt op de ranglijst van welvarende landen, de sterfte onder moeders even hoog is als onder een gedepriveerde groep mensen in een der armste landen ter wereld.
De Groene Amsterdammer, 08-09-99
