Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Specerijen

betekenis & definitie

De behoefte aan specerijen stimuleerde de grote ontdekkingsreizen, die de tropen voor het Westen openden. De uiterst kostbare handelswegen over Malabar, Alexandrië, Constantinopel enz., waarlangs de specerijen uit het mysterieuze Oosten over land naar Europa kwamen, werden verlaten, toen de Portugezen op Indië gingen varen.

Tenslotte werden alle groeiplaatsen der specerijen ontdekt en bereikt: die van de notemuskaat en de kruidnagel het laatst.De wereldconsumptie van specerijen is in vergelijking, met die der voedingsmiddelen, zelfs met die der genotmiddelen, gering, maar de specerijen stimuleren de vertering van het voedsel, zijn daardoor voor onze gezondheid van groot belang en hebben soms tevens een conserverende werking. Indonesië levert het leeuwendeel der specerijen, waarvan de handel oudtijds een monopolistisch karakter droeg. Tot de specerijen rekent men: peper (zwarte en witte), notemuskaat en foelie, kaneel, Spaanse peper (Capsicum), kruidnagelen, vanille, pimenta, gember; voorts staartpeper, lange peper, sirih, curcuma, cardamom, coriander en saffraan. Sommige van deze kruiden rekent men meer tot de geneesmiddelen, als hoedanig elk van hen tot op zekere hoogte zou zijn te beschouwen. Bijna al deze gewassen zijn voor hun ontwikkeling gebonden aan het tropisch klimaat. De gematigde luchtstreken hebben specerijachtige kruiden met gewoonlijk minder sprekende eigenschappen: anijs, komijn, venkel, thijm, kruizemunt, bonenkruid, peterselie, selderie, laurier, salie enz., die alle ook in de sub-tropen en tropen zeer goed gedijen.