Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Omvang van de veehouderij

betekenis & definitie

De veesoort, die — over de gehele wereld gerekend — het meest wordt gehouden, is het schaap. Voorzover er min of meer nauwkeurige gegevens voor de onderscheiden landen beschikbaar zijn, wijzen deze een wereldtotaal aan van bijna 700 mill. stuks, als volgt over de werelddelen verdeeld: Europa (incl.

Aziatisch Rusland) 200 mill., N. Amerika 60 mill., Z.

Amerika 110 mill., Azië 110 mill., Afrika 70 mill., Oceanië (Australië en Nieuw Zeeland) 140 mill. Wanneer men Rusland, waarvan geen afzonderlijke gegevens voor Europees en Aziatisch Rusland beschikbaar zijn, buiten beschouwing laat, hebben Engeland en Spanje de grootste schapenstapels.

Voorts zijn in Frankrijk, Italië en de Balkanlanden de schapen zeer talrijk.Onmiddellijk na de schapen komen de runderen, waarvan het aantal op ongeveer 660 mill. stuks gesteld kan worden, nl. in Europa 150 mill., N. Amerika 100 mill., Z. Amerika 100 mill., Azië 250 mill., (in hoofdzaak in het voormalig Br. Indië), Afrika 45 mill., Oceanië 18 mill. Duitsland en Frankrijk zijn in Europa de landen met de grootste rundveestapels.

Het aantal varkens is aanmerkelijk kleiner, dan dat der schapen of runderen. Voor de tweede wereldoorlog waren er bijna 290 mill. stuks, maar tijdens de oorlog liep dit aantal sterk terug en herstelde zich ten gevolge van de slechte voederpositie in vele landen betrekkelijk langzaam, zodat voor 1949 het aantal op ongeveer 260 mill. geschat wordt, waarvan meer dan 1/3 in Europa (incl. Aziatisch Rusland) worden gehouden en de overige in N. en Z. Amerika en in Azië (voornamelijk in China). De beide overige werelddelen hebben bij de eerdergenoemde vergeleken slechts zeer weinig varkens. Na de varkens volgen de geiten, die met een aantal van 220 mill. slechts weinig minder talrijk zijn.

Hierna komen de paarden, die voor de tweede wereldoorlog even beneden de 100 mill. stuks bleven, maar waarvan het aantal hoofdzakelijk tengevolge van mechanisatie thans (1949) is teruggelopen tot ruim 75 mill. De meeste paarden worden gevonden in Europa en N. en Z. Amerika.

Verder wordt het aantal buffels op 75 mill. geraamd, waarvan ook een klein deel in Z. Europa, het aantal ezels op 35 mill., het aantal muildieren (deze ontstaan door kruising van paard en ezel) op 15 mill. (de U.S.A. is naast China het land met verreweg de meeste muildieren), het aantal kamelen op 5 en het aantal rendieren op 1 mill.

De wereldkippenstapel bestaat uit bijna 1,9 milliard stuks.

Gaat men per veesoort na, welk aantal dieren in de verschillende landen per oppervlakte-eenheid wordt gehouden, dan blijken grote verschillen te bestaan.

Europa blijkt dan b.v. voor runderen de grootste ‘veedichtheid’ te bezitten, waarbij Nederland de eerste plaats inneemt met bijna 84 runderen per km2 of, anders berekend, 0,69 rund per ha bouwen grasland. Ook wanneer men voor de verschillende landen nagaat, welk aantal dieren van een of andere veesoort met betrekking tot het aantal inwoners wordt gehouden, blijken er grote verschillen te zijn. In dit opzicht behoren Argentinië en Nieuw Zeeland, maar ook een land als Urugay, tot de zeer runderrijke landen, daar zij per inwoner resp. 2,6, 2,8 en bijna 4 runderen bezitten.

In de wereldhandel nemen de veeteeltproducten een belangrijke plaats in. Zo werd de wereldhandel in boter (d.w.z. de hoeveelheid boter, die door de exportlanden aan de importlanden werd geleverd) voor de tweede wereldoorlog op 600000 ton geschat. Die van kaas op ruim 250 000 ton. De wereldhandel in vlees richtte zich voor verreweg het grootste deel op Engeland, dat per jaar een hoeveelheid van ongeveer ljmill. ton vlees en spek importeerde. Ook de wol vormde voor de internationale handel een belangrijk product. Het lijkt bijna onnodig te zeggen, dat de hoeveelheden veeteeltproducten, die in de wereldhandel omgezet werden, slechts een fractie vormen van de totale productie, die hoofdzakelijk via de binnenlandse handel zijn weg vindt.