Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

save

betekenis & definitie

I. 1. redden, verlossen, zalig maken; 2. behouden, bevaren, behoeden (voor from); 3. (be)sparen; uitsparen; opsparen (ook: save up); 4. net halen [v. d. post]; save appearances, de schijn redden; save us!, God bewaar ons!; zie ook: face;

II. redden; sparen;

III. 't redden; besparing.

IV. 1. behalve, uitgezonderd; save for, behalve; behoudens; 2. tenzij.