Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Be

betekenis & definitie

zijn, wezen; staan, liggen; worden, ontstaan; duren; his... to be, zijn aanstaande..., zijn... in spe; how are you?, hoe gaat het?; what are these apples?, hoeveel kosten (zijn) die appelen?; N. has been, N. is

er hier) geweest; you are not to think, je moet niet. (hebt niet te) denken; this right is (was) to … granted, when..., zal (zou) verleend worden; zie about, after.

< >