Polder gelegen in de gemeenten → Hulst en → Axel (tot de herindeling in 1970 binnen de voormalige grenzen van de gemeenten Axel, → St.-Jansteen en → Vogelwaarde); maakte deel uit van het voormalige waterschap Absdale, Riet-en Wulfsdijk en is thans opgenomen in de in 1965 opgerichte waterschappen → Hulster Ambacht (ca. 906) ha en → Axeler Ambacht (ca. 90ha); hoogteligging0,8 m- N.A.P. tot 2,2 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Paal (→ Kleine Molenpolder) en de uitwateringssluis in de → Nieuw-Othenepolder, die tot 1972 de afwatering van de gehele polder verzorgde.
In het zuidoosten van de polder ligt een deel van → Absdale en in het westen → Kijkuit.Kaarten van ca. 1575 geven slechts in het noordelijk deel bedijkingen weer (Zootpolder, Zootwael, Ouden Havikpolder en Vergeltpolder).
Als gevolg van de grote militaire inundaties in 1584/85 verdronk het gebied. Als onderdeel van een groot bedijkingsproject tussen Sas van Gent en Hulst (met een militairdefensieve achtergrond) werd de Riet- en Wulfsdijkpolder, samen met de → Absdalepolder, in 1789 bedijkt door afdamming van het Hellegat bij Luntershoek en afdamming van de geulen van Axel bij Kijkuit. Ten noorden van Kijkuit kwam bij Reigersbosch een inundatiesluis. Van hieruit werd via de (Oude) Linie een verbinding gemaakt met de in het zuiden van de polder gelegen Zwanekreek. Bij → Luntershoek werd een schutsluis gebouwd (Hulster Sas) om de scheepvaart naar Hulst te kunnen bestendigen. Dit sas heeft niet lang bestaan.
Toen de Franse legers ons land bedreigden, werd de polder in 1794 geïnundeerd. Een laatste militaire inundatie vond plaats in 1944, toen tijdens de Duitse bezetting het noordelijk deel van de polder gedeeltelijk tot een peil van 1,25 m + N.A.P. met zoetwater werd bevloeid. In het noordwestelijk deel van de polder bleef bij de bedijking een waterrijk gebied achter met daarin een hoger gelegen deel, Het Groot Eiland, een natuurgebied, dat niet voor publiek toegankelijk is (ook wel Volderseiland genoemd, naar de Gentse familie De Volder).
LITERATUUR
M. Buise, ‘Het Groot Eiland centraal'.