alhoewel er al het een en ander uit de Brabantse grond naar boven is gekomen, doen nog steeds verhalen de ronde over fabelachtige schatten, die er nog verborgen zouden liggen. Deze verhalen kunnen op waarheid berusten, daar mensen bij dreigend oorlogsgevaar voorwerpen van waarde verborgen, het veiligste onder de grond.
De steden en dorpen, waar al schatten gevonden zijn:
Netersel, alwaar men in 1920 een kannetje met gouden en zilveren Spaanse munten aantrof, een deel uit de legendarische schat van de verdwenen Villa Pladella.
Steenbergen, waar kinderen speelden met gevonden gouden bikkels.
Lage Mierde waar een kist met goud werd opgegraven, waarvan een nieuwe school gebouwd werd. Verder achter de schoorsteen van een boerderij in de Mortel te ’s Hertogenbosch, in Oudenbosch onder de zerk van een oud huis en in Bergen op Zoom. In Oss in het koningsgraf, in Meerveldhoven in het graf van een ridder en in Esch, waar een rijke dame uit de Romeinse tijd lag begraven. Verder zijn er dan nog de verhalen over schatten in de kelder van kasteel Zwijnsbergen in Helvoirt, in de Witte bergen in Baarle zou de schat van koning Albertus liggen, in Luyksgestel in het graf van een legerhoofd. In het kasteel van Heeze zouden de roofschatten van de Tempeliers in een onderaardse gang nog steeds begraven liggen, evenals in het Ulekasteel bij Alphen, waar een ton aan goud zou moeten zijn.
In Oud Gastel zou een gouden koets begraven zijn, er is sprake van een fabelachtige schat in de goudsberg bij Strijbeek, verder in duinen, moeren en in bossen en vennen zoals bij kasteel Nemerlaer in Haaren.
Een krijgskas uit de Napoleontische tijd ligt volgens overlevering, in de buurt van Coevering tussen Veghel en Sint-Oedenrode.
Bron: Anton van Oirschot, Land van de Brabanders.
