Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

PROVINCIAAL CULTUURBELEID

betekenis & definitie

in 1947 werd voor de cultuurspreiding in Noord-Brabant een organisatie op poten gezet, de culturele raad, samengesteld uit vertegenwoordigers van standsorganisaties, t.w. de Katholieke Arbeidersbeweging, Katholieke Werkgevers Vereniging, de N.C.B., Katholieke Middenstandsbond, de werknemende middenstand. Provinciaal Genootschap, Brabantse Gemeenschapsoord en Volkshogeschool.

Deze niet gesubsidieerde instelling werd in de loop van 1949 reeds opgeheven. Het duurde tien jaar voordat de taakstelling van de Culturele Raad werd opgedragen aan het Provinciaal Genootschap. Het rijk en de provincie gaven het genootschap, na betreffende statutenwijziging, in 1960 opdracht als Culturele Raad te fungeren. Deze raad werd wel gesubsidieerd door de overheid. Er gingen echter steeds meer stemmen op, die pleitten voor een scheiding; er werd hierover een rapport opgesteld. In 1972 werd een nieuwe Culturele Raad door provinciale staten ingesteld om het provinciaal bestuur te adviseren over onderwerpen van cultuur.

Er kwamen vaste werkcommissies voor architectuur en beeldende kunst, monumenten en musea, vormingswerk en volksontwikkeling, creativiteitsontwikkeling en cultuurspreiding, letteren en Brabants streekeigen. In 1986 werd deze Culturele Raad binnen een groter geheel geprojecteerd en een onderdeel van een Raad voor Welzijn in de provincie. Zie ook: Culturele zaken.Bron: Brabantia XIX-1.

< >