Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MOLENS

betekenis & definitie

Noord-Brabant is van oudsher een van de molenrijkste provincies van Nederland. Op dit moment zijn er 118 min of meer complete molens in de provincie aanwezig (inclusief de in 1983 grotendeels afgebrande standerdmolen van Volkel, in 1987 herbouwd), hetgeen betekent dat slechts in de provincies Zuid-Holland (220), Gelderland (132) en Noord-Holland (127) meer molens staan.

Daarnaast staan er, verspreid over de gehele provincie, in Noord-Brabant nog enkele tientallen restanten van molens, zogenaamde molenrompen. Enkele daarvan zijn vrij zeldzaam, bijvoorbeeld te Princenhage, eens de hoogste molen van Nederland (38 meter, 10 zolders) en te Haaren (de enige met leien gedekte molen in Noord-Brabant). Voor enkele andere molenrompen (b.v. Oeffelt) bestaan plannen tot restauratie.Windmolens moeten in onze streken al omstreeks 1200 zijn voorgekomen. Waarschijnlijk kwamen zij uit het Midden-Oosten, via Noordwest-Frankrijk naar ons land.

De oudst bekende molen in de Nederlanden dateert uit 1240 en stond in Merum, ten zuiden van Roermond. In een brief van Jan II, hertog van Brabant, uit 1299 wordt gewag gemaakt van de bouw van een windmolen tussen „Harmoda en Rode” (Sint-Oedenrode) en ..Skinle” (Schijndel).

Het hoogtepunt van de molenbouw in Nederland moet rond het midden van de 17de eeuw hebben gelegen, toen er in ons land naar schatting ongeveer 10.000 wind- en watermolens aanwezig zijn geweest.

In 1960 stonden er nog maar 991 door de Monumentenwet beschermde molens in Nederland. In 1984 waren dat er 1078, hetgeen 2,5% betekent van het totaal in Nederland beschermde monumenten.

Bekend is dat er op 1 januari 1943 in NoordBrabant nog 201 molens als zodanig in gebruik waren. De teruggang is daarna erg snel gegaan. Er zijn voorbeelden van gemeenten (Erp) waar in 1943 nog 5 werkende molens stonden en thans niet één meer.

De onderhoudstoestand waarin de 118 molens in Noord-Brabant zich op dit moment (1986) bevinden is over het algemeen redelijk tot goed te noemen.

Molentypen: Molens kunnen op verschillende manieren worden onderverdeeld. Bijvoorbeeld naar type, naar functie of naar wijze van aandrijving. In Noord-Brabant is de situatie als volgt: Verdeling naar type:

berg- of beltmolens 56

- stellingmolens 23
- standerdmolens 21

onderslag-watermolens 8 grondzeilers 7

- wipmolens 3

Verdeling naar functie: korenmolens 111

- water- of poldermolens 7

Verdeling naar aandrijving: door windkracht aangedreven 110 door waterkracht aangedreven 8 Overzicht van de molens in Noord-Brabant Bij het volgende overzicht zijn onderscheiden plaats en gemeente van ligging, soort molen, naam van de molen (indien aanwezig), bouwjaar (indien bekend) en huidige eigenaar.

Aalburg: Ronde stenen stellingkorenmolen ,,De Twee Gebroeders” (1872). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Aalst (Waalre): Ronde stenen bergkorenmolen (1904-1936). Eig.: F. J. van Stekelenburg.

Acht (Eindhoven): Ronde stenen bergkorenmolen ,,Annemie” (1891). Eig.: Erven F. J. Tielemans. Almkerk (Woudrichem): Achtkante poldermolen, grondzeiler ,,De oude Doornse Molen” (+ 1700). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Almkerk (Woudrichem): Wipmolen, poldermolen ,,De Zandwijkse Molen” (1699). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Almkerk (Werkendam): Wipmolen, poldermolen „De Uitwijkse Molen” (+ 1700). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Asten: Gesloten standerdkorenmolen (1506). eig.: Gebr. Van Stekelenburg.

Bakel (Bakel en Milheeze): Gesloten standerdkorenmolen „Sint Willibrordus” (1752). Eig.: Gem. Bakel en Milheeze.

Bavel (Nieuw-Ginneken). Ronde stenen bergkorenmolen „De Hoop” (1865). Eig.: F. C. van Riek Bergeijk: Halfgesloten standerdkorenmolen. Eig.: Gem. Bergeijk.

Beugen (Boxmeer): Ronde stenen bergkorenmolen „De Martinusmolen” (1866). Eig.: Gem. Boxmeer.

Boekel: Gesloten standerdkorenmolen (17001785). Eig.: Gem. Boekel.

Borkel (Valkenswaard): Ronde stenen bergkorenmolen „St. Antonius Abt” (1869-1936). Eig.: P. Vossen.

Bosschenhoofd (Hoeven): Ronde stenen bergkorenmolen ,,De Heimolen” (1844). Eig.: Th. Franken.

Budel: Ronde stenen bergkorenmolen „Zeldenrusf' (1869). Eig.: H. Kees.

Budel: Ronde stenen stellingkorenmolen „Nooit Gedacht” (1846). Eig.: J. Kees.

Budel-Schoot (Budel): Achtkante bergkorenmolen Janzona” (1937). Eig.: P. Janssen.

Coll (Eindhoven): Onderslag-waterkorenmolen „Collse molen”. Eig.: Gem. Eindhoven.

Cuijk c.a.: Ronde stenen bergkorenmolen „Jan van Cuijk” (1860). Eig.: Gem. Cuijk c.a.

Deurne: Ronde stenen bergkorenmolen (1890). Eig.: Gem. Deurne.

Dieden (Ravenstein): Ronde stenen stellingkorenmolen „Stella Polaris” (1865). Eig.: H. Hooftman.

Dommelen (Valkenswaard): Onderslag waterkorenmolen „De Dommelse Watermolen”. Eig.: Gem. Valkenswaard.

Dongen: Ronde stenen stellingkorenmolen „Koningin Wilhelmina” (1893). Eig.: P. Kerkhof. Drunen: Ronde stenen bergkorenmolen „Hertogin van Brabant” (1842). Eig.: G. van Tuijl.

Dussen:Wipwatermolen, poldermolen „De Noordeveldse molen” (1795). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Etten (Etten-Leur): Ronde stenen stellingkorenmolen „De Bisschopsmolen” (1744). Eig.: Gem. Etten-Leur.

Etten (Etten-Leur): Ronde stenen bergkorenmolen „De Toekomst” (1862). Eig.: Van Loon Hoeven b.v.

Gassel (Beers): Achtkante bergkorenmolen „Bergzicht” (± 1815). Eig.: J. van Haren.

Geffen: Gesloten standerdkorenmolen „De Vlijt” (1685-1875). Eig.: Gem. Geffen.

Geffen: Gesloten standerdkorenmolen „Zeldenrust” (1621?). Eig.: Gem. Geffen.

Geldrop: Ronde stenen bergkorenmolen ,,’t Nupke” (1843). Eig.: Gem. Geldrop.

Gemert: Achtkante stellingkorenmolen „De Bijenkorf’ (1695-1908). Eig.: Gem. Gemert.

Gemert: Ronde stenen bergkorenmolen „De Volksvriend” (1887). Eig.: A. van Roy.

Gestel (Eindhoven): Onderslag-watermolen „De Gennepermolen”. Eig.: Gem. Eindhoven.

Goirle: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Groeneweg (1875). Eig.: Gem. Goirle.

Goirle: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Nieuwe Rielseweg (1898-1937). Eig.: Gem. Goirle.

Halsteren: Ronde stenen bergkorenmolen „St. Antonius” (1817). Eig.: Fa. G. Moerland en zn. Hank (Dussen): Grondzeiler „De Zuid-Hollandse Molen” (1791). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Hapert (Hoogeloon): Ronde stenen grondzeiler korenmolen (+ 1900). Eig.: Gem. Hoogeloon.

Haps: Zeskante bergkorenmolen ..Maria Molen” (1812). Eig.: Gem. Haps.

Heeze: Ronde stenen bergkorenmolen ‘Sint Victor” (1856-1905). Eig.: Gem. Heeze.

Heusden: Open standerdkorenmolen ,.nr. I” (1971). Eig.: Gem. Heusden.

Heusden: Open standerdkorenmolen ,,nr. II”(1973) . Eig.: Gem. Heusden.

Heusden: Open standerdkorcnmolen ,,nr. III”(1974) . Eig.: Gem. Heusden.

Hilvarenbeek: Ronde stenen bergkorenmolen ..De Doornenboom” (1856). Eig.: Gem. Hilvarenbeek.

Hooge Zwaluwe (Hooge- en Lage Zwaluwe): Ronde stenen stellingkorenmolen ..Zeldenrust” (1866).Eig.: A. A. Rombouts.

Hout, Den (Oosterhout): Ronde stenen bergkorenmolen ..De Hoop'” (1837). Eig.: Gem. Oosterhout.

St. Hubert (Mill): Ronde stenen bergkorenmolen ,,De Heimolen" (1878). eig.: Gem. Mill.

Huijbergen: Ronde stenen bergkorenmolen ,,Johanna” (1862). eig.: Gem. Huijbergen.

Kaatsheuvel (Loon op Zand): Ronde stenen stellingkorenmolen ,,De Eendragt". Eig.: D. A. Versteeg.

Kladde (Steenbergen): Ronde stenen bergkorenmolen (1851). Eig.: J. de Weert.

Leur(Etten-Leur): Ronde stenen poldermolen ,,De Zwartenbergse Molen” (1889). Eig.: Gem. Etten-Leur.

Lieshout: Ronde stenen bergkorenmolen (1900). Eig.: Gem. Lieshout.

Lieshout: Ronde stenen bergkorenmolen ,,Vogelenzang" (1819). Eig.: Gem. Lieshout.

Liessel (Deurne): Ronde stenen bergkorenmolen ,.De Volksvriend” (1903). Eig.: Gem. Deurne.

Linden (Cuijk c.a.): Achtkante stellingkorenmolen (1869). Eig.: J. E. M. van Kempen.

Lith: Ronde stenen bergkorenmolen ..Zeldenrust"(+ 1800). Eig.: Gem. Lith.

Luijksgestel: Ronde stenen bergkorenmolen ,,De Deen" ( 1839). Eig.: Gem. Luijksgestel.

Luijksgestel: Ronde stenen bergkorenmolen ..De Grenswachter" (1891). Eig.: Gem. Luijksgestel. Maaskantje (Sint-Michielsgcstcl): Ronde stenen bergkorenmolen ..De Pelikaan” (1864-1922). Eig.:J. Toelen.

Made (Made en Drimmelen): Ronde stenen bergkorenmolen „Hoop Doet Leven" (1867). Eig.: G H. Hermus.

Meerveldhoven (Veldhoven): Ronde stenen bergkorenmolen „De Adriaan" (1905). Eig.: G. de Jongh.

Meeuwen (Aalburg): Ronde stenen grondzeiler * korenmolen „De Witte Molen” (1740). Eig.: Alanheri n.v. Megen: Ronde stenen stellingkorenmolen ..Desire" (1865). Eig.: W. J. M. van de Camp.

St. Michielsgestel: Ronde stenen bergkorenmolen ..De Genenberg" (1841). Eig.: Prof. mr. J. van Haren.

Mierlo: Halfgesloten standerdmolen aan de Dorpsstraat (+ 1640-1860). Eig.: Gcm. Mierlo. Mierlo: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Geldropseweg. Eig.: A. L.

M. van der Lande. Mill: Ronde stenen bergkorenmolen „De Korenbloem" (1847). Fig.: M. van Kempen.

Milheeze (Bakel c.a.): Achtkante bergkorenmolen „Laurentia" (1890). Eig. Gem. Bakel c.a. Moergestel: Gesloten standerdkorenmolen ( 1852). Eig.: Gem.

Moergestel. Nederwelten (Nuenen c.a.): Onderslag waterkorenmolen „De Hooydonkse Watermolen" (ca 1150). Eig.: B. Raaymakers.

Nieuwkuijk (Vlijmen): Ronde stenen stellingkorenmolen „Emma” (1886). Eig.: Gem. Vlijmen. Nieuw Borgvliet (Bergen op Zoom): Ronde stenen bergkorenmolen „De Twee Vrienden" (1 890). Eig.: Gem. Bergen op Zoom.

Nieuw-Vossemeer: Achtkante stellingkorenmolen ...De Assumburg" (1780-1897) tevens molenmuseum. Eig.: Gem. Nieuw-Vossemeer. Nieuw-Vossemeer: Ronde stenen grondzeilen korenmolen „De Heensche Molen”. Eig.: Gem. Nieuw-Vossemeer.

Nistelrode: Gesloten standerdmolen aan de Kromstraat (15527-1898). Eig.: Gem. Nistelrode.

Nispen (Roosendaal): Ronde stenen bergkorenmolen aan de Dorpsstraat (1850). Eig.: Gem. Roosendaal en Nispen.

Nuenen c.a.: Ronde stenen bergkorenmolen „De Roosdonck" (1887). Eig. Gem. Nuenen c.a. Oirschot: Ronde stenen stellingkorenmolen „De Korenaar" (1857). Eig.: W.

Verbruggen. Oisterwijk: Ronde stenen stellingkorenmolen „De Kerkhovense Molen" (1895-1912). Eig.: Gem. Oisterwijk.

Oploo c.a.: Gesloten standerdmolen „De Korenbloem" (17477-1800). Eig.: Gem. Oploo c.a. Oploo c.a.: Onderslag watermolen aan de Watermolenstraat. Eig.: Gem. Oploo c.a.

Opwetten (Nuenen c.a.): Onderslag-watermolen „De Opwettense watermolen" (+/1743). Eig.:G.van Hoorn.

Oss: Ronde stenen stellingkorenmolen aan de Kruisstraat (1860). Eig.: Gem. Oss.

Oss: Ronde stenen stellingkorenmolen „Nieuw Leven" (1895). Eig.: Gem. Oss.

Oventje (Zeeland): Achtkante bergkorenmolen „St. Victor" (1925). eig.: Gem. Zeeland. Raamsdonkveer (Raamsdonk): Ronde stenen stellingkorenmolen „De Onvermoeide" (1890-1973). Eig.: Gem. Raamsdonk.

Ravenstein: Ronde stenen stellingkorenmolen „De Raaf’ (1857). Eig.: A. W. Voet.

Reek (Schayk): Ronde stenen bergkorenmolen ,,De Hellemolen” (1832). Eig.: Bandenhandel De Molen n.v.

Roosendaal: Gesloten standerdkorenmolen „De Hoop” (1684-1967). Eig.: Gem. Roosendaal en Nispen.

Roosendaal: Ronde stenen stellingkorenmolen „De Twee Gebroeders” (1872). Eig.: Gem. Roosendaal en Nispen.

Rosmalen: Gesloten standerdkorenmolen aan de Molenstraat (1732). Eig.: Gem. Rosmalen. Rijkevoort (Wanroy): Ronde stenen stellingkorenmolen „Luctor et Emergo” (1901). Eig.: Erven Verbruggen.

Schijndel: Ronde stenen bergkorenmolen „Catharina” (1837). Eig.: P. A. Smits.

Schijndel: Ronde stenen bergkorenmolen aan De Pegstukken (1845). Eig.: Gem. Schijndel. Someren: Halfgesloten standerdkorenmolen. Eig. Gem. Someren.

Someren: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Kerkstraat (1853-1868). Eig.: Gem. Someren. Spoordonk (Oirschot): Onderslag watermolen „De Spoordonkse Watermolen” (1868). Eig.: Erven J. van Esch.

Sprang (Sprang-Capelle): Gesloten standerdmolen „Dye Sprancke” (+/-1747-1811). Eig.: Gem.Sprang-Capelle.

Sprundel (Rucphen): Ronde stenen bergkorenmolen (1840). Eig.: Gem. Rucphen.

Terheijden: Ronde stenen stellingkorenmolen „De Arend” (1742). Eig.: Gem. Terheijden.

Uden: Gesloten standerdmolen (1811?). Eig. Gem. Uden.

Ulvenhout (Nieuw-Ginneken): Ronde stenen bergkorenmolen „De Korenbloem” (1909). Eig.: A. P. J. van de Westerlaken.

Valkenswaard: Onderslag-watermolen „De Venbergse Watermolen”. Eig.: J. J. M. Rietra.

Veen (Aalburg): Ronde stenen stellingkorenmolen „De Hoop” (1838). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Vessem c.a.: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Wilhelminalaan (1893). Eig.: Gem. Vessem c.a. Vlierden (Deurne): Ronde stenen bergkorenmolen aan de Molenhuisweg (1848). Eig.: Gem. Deurne.

Volkel (Uden): Gesloten standerdmolen aan de Brabantstraat (1753-1905?). Eig.: Gem. Uden (afgebrand nov. 1983, herbouwd in 1987). Vorstenbosch (Nistelrode): Ronde stenen bergkorenmolen „Windlust" (1820). Eig.: Gem. Nistelrode.

Wanroy: Gesloten standerdmolen „De Ster” (1811). Eig.: Gem. Wanroy.

Werkendam: Achtkante poldermolen (± 1700). Eig.: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena.

Willemstad: Ronde stenen stellingkorenmolen „d’ Orangemolen” (1734). Eig.: Erven P. C. Louwers.

Wouw: Ronde stenen bergkorenmolen „De Arend” (1811-1825). Eig.: A. P. Potters.

Zeeland: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Kerkstraat (1883?). Eig.: Gem. Zeeland.

Zeeland: Ronde stenen bergkorenmolen aan de Oude Molenstraat (1832?). Eig.: Gem. Zeeland. Zeelst (Veldhoven): Ronde stenen bergkorenmolen aan de Kapelstraat (1858). Eig.: Gebr. Kerkhofs.

Zeilberg (Deurne): Achtkante bergkorenmolen „Maria-Antoinette”. Eig.: P. van Aarssen. Zundert: Open standerdmolen ,,De Akkermolen” (1625?). Eig.: Gem. Zundert.

Molentaal en -tradities De wieken van een windmolen kunnen spreken. In de tijd dat windmolens nog een economische functie hadden, en er dus rekening gehouden werd met het feit dat de wind ongehinderd bij de wieken moest kunnen, waren de windmolens van verre zichtbare bakens. Soms konden wel acht verschillende molenaars eikaars molen zien. De stand van de wieken, bepaalde vlaggen of de wijze waarop de zeilen waren bevestigd, werden gebruikt om boodschappen door te geven aan molenaars in de omgeving of om vreugdevolle en droevige gebeurtenissen in de molenaarsfamilie of het dorp kenbaar te maken.

Een onderling afgesproken signaal met de molen (een vlag in een van de wieken of een bepaalde stand van die wieken) maakte bijvoorbeeld aan de molenaars in de omliggende dorpen bekend dat er een belastingcontroleur onderweg was. Er konden op tijd maatregelen worden genomen. Ook waren er signalen die de nabij wonende molenmaker duidelijk maakte, dat er aan de molen reparaties verricht moesten worden.

Vier karakteristieke wiekstanden:

- Rust voor korte duur tijdens een werkperiode bijvoorbeeld rond etenstijd.
- Rust voor langere duur. De molenaar werkt niet of de molen is in reparatie.
- In de vreugd: de komende wiek staat voor de hoogste stand. Er is een vreugdevolle gebeurtenis in de familie of in het dorp.

In de rouw: de komende wiek staat door de hoogste stand heen. Er is een droevige gebeurtenis in de molenaarsfamilie of in het dorp.

Molentaal is mede ontstaan door traditie, zodat er streeksgewijs verschillen kunnen voorkomen. Wat op de ene plaats de vreugdestand is, heeft op andere plaatsen de betekenis van rouw, terwijl de rouwstand daar vreugde betekent. Rondom de molens zijn in de loop der eeuwen ook vele tradities ontstaan. Wordt er bijvoorbeeld een lid van de molenaarsfamilie of een notabele uit het dorp begraven, dan worden de wieken van de molen meegedraaid in de richting van de passerende lijkstoet.

Ook de gilden hebben rond de molens in NoordBrabant vele tradities. Bekend is het schieten op een houten vogel die bovenop de hoogste molenwiek is bevestigd. De uitdrukking ,,in de wiek geschoten” is daaraan te danken.

Regelmatig in Noord-Brabant werkzame molenmakersbedrijven:

Molenbouw Gebrs. Adriaens Weert BV. Molenbouw H. L. Beijk te Afferden Molenbouw M. Bos te Almkerk Molenbouw W.

M. Coppens te Bergharen Molenbouw M. Straver te Almkerk Enige literatuur over molens in Noord-Brabant

S. Zoetmulder e.a., De Brabantse Molens (1974),
P. van Bussel, Korenmolens Van ambacht tot industrie, (1981), H. A. Visser, Zwaaiende Wieken. (1946), A. Bicker Caarten, De molen in ons volksleven (1958), ir. F. Stokhuyzen, Molens (1981), P. van Bussel. Molens Noord-Brabant. 1978). drs. P. Nijhof, Windmolens in Nederland (1983). J. Stoop. Molenaarstermen en molengeschiedenis (1979). A. Sipman, Molenbouw (1975). Leender Natris e.a.. Groot Volkomen Moolenboek (1734; Fascimile-uitgave 1981).

Organisaties welke zich inzetten voor het behoud van molens in Noord-Brabant Federatie Noordbrabants Monumentenoverleg te Helvoirt. Vereniging De Hollandsche Molen te Amsterdam. Vereniging van Particuliere Moleneigenaren te Deurne, Het Gilde van Vrijwillige Molenaars (afd. Noord-Brabant) te Eindhoven. Stichting Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde te Schiedam. Nederlandse Vereniging van Molenmakers te Weert.

Monumentenwacht Noord-Brabant te Helvoirt. Molenstichting Het Land van Heusden en Altena te Woudrichem, Stichting de Eindhovense Molens te Eindhoven, Stichting de Osse Molen te Oss. Peellandse Molenstichting te Helenaveen, Stichting Molen De Twee Vrienden. Nieuw Borg\ liet te Bergen op Zoom. Molenvereniging Assumburg te Nieuw-Vossemeer. Vereniging Molenvrienden Land van Cuijk te Cuijk. Stichting De Oeffeltse Molen te Oeffelt.

J.A.