Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

SINT-OEDENRODE

betekenis & definitie

gemeente in het oosten van Noord-Brabant, gelegen tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven, omvattende de dorpen Sint-Oedenrode, Boskant, Nijnsel en Olland, een deel van Eerde en Gemonde en een aantal buurtschappen w.o. Berselaer, Eerschot, Everse, Vernhout en Zwijnsbergen.

Sint-Oedenrode telt 16.134 inwoners (1985) en is 6673 ha groot. Ze grenst aan de gemeenten Schijndel. Veghel. Lieshout. Nuenen, Gerwen en Nederzetten, Son en Breugel, Best, Liempde, Boxtel en Sint-Michielsgestel.

Wapen: De Hooge Raad van Adel heeft bij besluit van 20 februari 1816 Sint-Oedenrode het volgende wapen toegekend: zijnde van lazuur, beladen met eene ter weerskanten gedonjonneerde Toorn van goud.

Geschiedenis: De vroegste sporen van menselijke bewoning, in Sint-Oedenrode gevonden, dateren van zo'n 6000 tot 5000 jaar v. Chr. Het zijn bodemsporen van tijdelijke nederzettingen en kleine stenen gebruiksvoorwerpen van jagers en vissers. die rondzwierven in het stroomgebied van Dommel en Aa. Ze zijn gevonden op de Everse Akkers en in Nijnsel. Uit de duizenden jaren die daarop volgden, zijn geen sporen gevonden en het is niet onwaarschijnlijk dat eerst rond 2000 v. Chr. opnieuw mensen gingen wonen op de hoge oevers van het Dommeldal.

Hun nederzettingen waren meer permanent, daar zij zich in tegenstelling tot hun vroege voorgangers toelegden op landbouw en veeteelt. Uit de 12de eeuw v. Chr. zijn ten oosten van Nijnsel de resten van een boerennederzetting opgegraven, die al iets weg had van de latere Brabantse boerderij. Op de Everse Akkers is een aantal nederzettingen uit ca. 600 v. Chr. onderzocht en op vele plaatsen zijn aardewerkscherven gevonden uit die tijd.

Sint-Oedenrode. die haar naam te danken zou hebben aan een heiligverklaarde Schotse prinses. Ode of Oda (zie aldaar), die gevlucht uit haar vaderland rond 700 in Eerschot een nederzetting zou hebben gesticht en het omliggende land ontgon of rooide, is als dorp rond het jaar 1000 ontstaan. Er is dan ook sprake van een heer of graaf, die er een burcht stichtte, waarbij rond 1100 een tufstenen kerk werd gebouwd, die aan Sint Ode werd gewijd. De parochiekerk, toegewijd aan de heilige Martinus. was echter de kerk op de Berg bij het kasteel van de heer van Eerschot.

Het graafschap Rode heeft geen lang bestaan gekend en is vermoedelijk rond 1130 ten onder gegaan. Maar in I231 kocht de hertog van Brabant het in naam nog bestaand graafschap van de graaf van Gelre voor de som van 2000 goudstukken. Vanaf die tijd werd het dorp deel van Brabant en het jaar daarop reeds kreeg het vrijheids- of stadsrechten en werd aangewezen als hoofdplaats van Peelland, in welke hoedanigheid het nog andere privileges kreeg. Kende men eerst de jaarmarkt. begin 15de eeuw kwam er een weekmarkt. De 14de en 15de eeuw vormden dan ook een tijd van bloei en voorspoed. Maar in 1542 werd het dorp geteisterd door de Geldersen onder Maarten van Rossum, die er plunderend en brandstichtend danig huishield. Ook tijdens de tachtigjarige oorlog had het dorp veel te lijden van Spaanse en Staatse troepen, terwijl ook zware belastingen moesten worden opgebracht.

Na de vrede van Munster in 1648 mochten alleen protestanten nog officiële ambten bekleden in het generaliteitsland Brabant. De kvvartierschout C. Prouningh van Deventer en de predikant N. Vogelius belichaamden het hoogste gezag. De hervormden hadden de beschikking over de twee grote kerken, die zij met hooguit een veertigtal kerkgangers bij toerbeurt gebruikten. De Rooms-Katholieke eredienst kon alleen in het verborgene worden gehouden.

Maar reeds in 1662 konden de meer dan 2000 roomsen in Sint-Oedenrode. dankzij steekpenningen, een schuurkerk bij het slotje Emmaus in gebruik nemen, dat in 1709 werd vervangen door een stenen gebouw, ,,onder de schuurkerken de sierlijkste in de Meierij". Maar de boogramen moesten op last van de Staten-Generaal wel worden dichtgetimmerd.

In 1672 zijn het de Fransen die tijdens het rampjaar in de vaderlandse geschiedenis onder bedreiging met plundering en brandstichting grote sommen geld afpersen.

In 1794 toen de Nederlandse Republiek een defensief verbond had gesloten met Pruisen en Engeland lagen er in het dorp een 12.000 man Engelse en Hannoveraanse troepen, de Engelse cavaleristen op de Everse Akkers, de Hannoveraanse voetknechten in het dorp. Zij werden echter op 15 september verdreven door Franse troepen onder Pichegru. Bij alle onrust en verwarring die volgden was er voor de rooms-katholieken één lichtpunt. In 1 801 kregen zij de St. Odakerk terug. De hervormden hielden de St.

Maartenkerk. In 1808 worden beide gebouwen vervangen door nieuwbouw.

In 1814 ontstaat dan de gemeente Sint-Oedenrode, Jan van Hambergh wordt de eerste burgemeester. Ze blijft tot ver in de 20ste eeuw voornamelijk agrarisch, maar kende ook huisnijverheid (klompenindustrie) en een uitgebreide kleine middenstand van schoenmakers, kleermakers en herbergiers. Eerst na de tweede wereldoorlog breekt de nieuwe tijd er aan, dan werkt echter de helft van de beroepsbevolking in omliggende gemeenten (vooral Eindhoven) en is zij dus vooral een woongemeente die met haar bossen en natuurgebieden (Vresselse Bossen, Moerkuilen, Bunders, Scheeken, Geelders en De Diependaal) ook een recreatieve functie heeft.

Monumenten: Sint-Oedenrode heeft een aantal woningen en boerderijen, die op de lijst van monumenten voorkomen. Voorts is er het kasteel Henckenshage. oorspronkelijk stammend uit de 15de eeuw (zie Henckenshage). Het St. Paulusgasthuis, vroeger ook het Hofke genoemd en ca. 1435 gesticht door ridder Jan de Swert ter nagedachtenis van zijn vrouw. Jutte van Erp, is nu een museum waar behalve een collectie Brabantse mutsen ook een verzameling prehistorische voorwerpen, gevonden bij opgravingen in de gemeente, is ondergebracht. Het slotje Dommelrode, in zijn huidige vorm in 1605 herbouwd, doet dienst als raadhuis en kreeg aangepaste bijbouw.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis, Burgemeester Wernerlaan 1; rijkspolitiebureau. Stompersstraat 11; postkantoor, Borchmolendijk 5, Sint-Oedenrode, Lieshoutseweg 34, Nijnsel; waterschappen, De Aa, Postelstraat 49, ’s-Hertogenbosch, De Dommel, Molenpad 8, Boxtel. Nutsbedrijven: gas: Obragas, Evertsenstraat 1, Veghel; water: Waterleidingmij Oost-Brabant, Parallelweg Z. 3a, Veghel; elektriciteit: PNEM, Van Alphenstraat 13, Schijndel.

Onderwijs: Er is een achttal scholen voor basisonderwijs, een MAVO en een school voor LHNO. Voor het overig onderwijs is Sint-Oedenrode aangewezen op de omliggende plaatsen, vnml. Eindhoven, Schijndel en Veghel.

Sportaccommodaties: De gemeente heeft 4 sportparken (voetbal, korfbal), een hockey- en tennispark, een openlucht- en een overdekt zwembad, een sporthal, een gymzaal en twee trimbanen. Bron: W. van Rooy, Sint-Oedenrode, het dorp van Mgr. Bekkers, 1968; Gemeentegids Sint-Oedenrode 1979.