markten zijn praktisch onveranderd gebleven sedert de 13de of 14de eeuw; in vroegere grote steden waren er meerdere markten m een week en er werd meer verhandeld. Naast etenswaren en huishoudelijke artikelen ook turf, hout. stro, steen, kalk enz., maar de opzet was vrijwel gelijk aan een markt in onze dagen.
Marktpleinen verlenen een grote bijdrage in het stadsschoon van een oude binnenstad. De stad Bergen op Zoom was al in de Middeleeuwen een zeer bekende handelsplaats met markten, die ook in het buitenland grote bekendheid genoten. De Paasmarkt op Witte Donderdag en de Koudemarkt vanaf Allerheiligen namen vier en zes weken in beslag (de oud-stadsarchivaris van Bergen op Zoom. Corneel Slootmans, heeft hierover een lijvig boekwerk geschreven).
In 1365 verwierf Bergen op Zoom van zijn heer het recht om tweemaal per jaar een grote markt te houden; vanaf de late middeleeuwen kwam er naast de grote markt de korenmarkt en de vismarkt, nu het Catharinaplein geheten; omstreeks 1400 een huiden- en houtmarkt, sedert 1625 voor de vishandel gebruikt. Tevens werd er Engels laken verhandeld (warenhuizen als ,,het Wapen van Engeland" en ..London" herinneren heden nog aan deze handel), doch ook huiden, ruwe olie, wandtapijten, noten, zout, haring, wol. spelden, spijkers, strohoeden e.d.
Door de opkomst van handelscentra als Amsterdam en Antwerpen begon in het begin van de 16de eeuw de belangstelling voor de Bergen op Zoomse jaarmarkt af te nemen. De tegenwoordige Bourgondische Krabbenfoor, eind juli, herinnert nog aan de middeleeuwse jaarmarkt.
Van de boeremerten is die in Liempde. die ieder jaar in maart wordt gehouden, wel de bekendste; in 1974 werd ermee begonnen en men weet er de sfeer van 1900 goed terug te brengen (zie ook Boerenmert). Ook in het dorp Cromvoirt wordt sedert enkele jaren een boeremert gehouden.
Van de wekelijkse veemarkten is die van Den Bosch wel de grootste en bekendste: iedere woensdag voor alle soorten vee en de E.G.-referentiemarkt voor slachtvee en vette kalveren.
