markten
markten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord markt
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
De markt vindt haar oorsprong in het in de Middeleeuwen aan sommige steden toegekende privilege van het stapelrecht. Op de plaatselijke week- of jaarmarkten, de zogenaamde geografische markten, treffen we produkten (waaronder dieren), kopers en verkopers aan. Voor een goede markt was, en is nog steeds, de infra-structuur van essentieel belang. Zond...
Anton van Oirschot (1985-1986)
markten zijn praktisch onveranderd gebleven sedert de 13de of 14de eeuw; in vroegere grote steden waren er meerdere markten m een week en er werd meer verhandeld. Naast etenswaren en huishoudelijke artikelen ook turf, hout. stro, steen, kalk enz., maar de opzet was vrijwel gelijk aan een markt in onze dagen. Marktpleinen verlenen een grote bijdrage...
Van Dale Uitgevers (1950)
(marktte, heeft gemarkt), 1. ter markt brengen : een koe markten ; op buitenlandse havens markten; 2. ter markt gaan.
Jozef Verschueren (1930)
('marktən) (markte, heeft gemarkt) 1. ter markt brengen om te verkopen : een koe -. 2. naar de markt gaan inz. om waren te verkopen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(marktte, heeft gemarkt), I. (overg.) op de markt brengen: een koe markten; op buitenlandse havens markten; II. (onoverg.) naar de markt gaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: