Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

LATIJNSE SCHOOL

betekenis & definitie

ook wel Illustere school, Magna schola of Schola maior geheten, wordt beschouwd als de voorloper van het gymnasium. Vooral tussen de jaren 1800 en 1850 waren zij van betekenis voor de geestelijke ontwikkeling en intellectuele vorming in Brabant.

In het jaar 1817 waren er in geheel Nederland 65 Latijnse scholen, waarvan 13 in Noord-Brabant, die samen meer dan 250 leerlingen hadden. Ze waren gevestigd in Bergen op Zoom (uitsluitend leken), Boxmeer (1707 Carmelieten), Breda (uitsluitend leken), Eindhoven, Gemert (1598, Duitse orde), Grave, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Megen (1645 Franciscanen), Oosterhout, Ravenstein (1752, Jezuïeten), St. Agatha en Uden (1743, Kruisheren). Het waren geen internaten, de scholieren waren bij particulieren in de kost, wat leidde tot strenge tuchtmaatregelen: nog in 1843 waren de leerlingen te Boxmeer, Megen en Ravenstein verplicht een lange blauwe mantel te dragen. De school had zes klassen die alle een naam hadden: Figura minor, Figura maior, Etymologia, Syntaxis, Poësis en Rhetorica. Tot 1815 was Latijn het enige vak, daarna stonden op enkele scholen ook wiskunde, geografie, geschiedenis en oude en nieuwe talen op het programma. Het examen was openbaar.Leraren, die met „professor” werden aangesproken, verdienden ƒ 250 per jaar, een rector ƒ 300. Het schoolgeld of „minerval” bedroeg ƒ 9 voor de twee laagste klassen, ƒ 12 voor de middenklassen en ƒ 15 voor de twee hoogste. Mr. Henri Wijnbeek, schoolmeester, gepromoveerd in de rechten en huisleraar bij Rutger Jan Schimmelpenninck, werd in de 18de eeuw benoemd tot commissaris, later gewijzigd in inspecteur der Latijnse scholen.

Tot 1877, toen door de nieuwe wet op het hoger onderwijs een einde werd gemaakt aan de oude Latijnse scholen, zijn aan de meeste scholen uitsluitend priesters verbonden geweest. In 1848 werd de school in ’s-Hertogenbosch omgevormd tot een gymnasium, in 1851 volgde Boxmeer. In 1864 telt ’s-Hertogenbosch 56 leerlingen, Boxmeer 22 en Breda 6. Begin 19de eeuw wordt er in Brabant aan 275 leerlingen (jongens en meisjes) klassiek onderricht gegeven. Het lesprogramma was toen uitgebreid met vakken als rhetorica, logica, arithmetica, geometrica, grammatica, muziek en astronomie. Enkele namen van beroemde rectoren: Symon van Couderbosch (grafzerk in de St.

Jan te ’s-Hertogenbosch, ± 1480), mr. Henri Boort (midden 16de eeuw), Sellius (1522-43).

Bron: dr. M. A. Nauwelaerts, Latijnse school en onderwijs; Brabantia, 3de jrg., 1954.