Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BOXMEER

betekenis & definitie

gemeente in het oosten van Noord-Brabant, omvattende Boxmeer en de kerkdorpen Beugen en Sambeek.

Naam: ontleend aan een der vroegere bewoners van het kasteel bij het dorp Meer: graaf Jan Boc de Meere.

Omgrenzing: in het noorden door de gemeente Oeffelt, in het noord-westen door de gemeente Wanroij, in het westen door de gemeente Oploo

c.a., in het zuiden door de gemeente Vierlingsbeek en in het oosten door de rivier de Maas. Wapen: (1962) Gevierendeeld, 1 en 4 van keel. beladen met een bok. staande op een berg, alles van goud; 2 gedeeld a. van goud, beladen met twee dwarsbalken van azuur en vergezeld van 8 meerlen, staande 3, 2 en 3, alles van azuur; b. van azuur beladen met een ploeg waarop een kraai, alles van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen.

Geschiedenis: Waarschijnlijk is Boxmeer gesticht door de Romeinen. Hun aanwezigheid is o.a. gebleken uit opgravingen waarbij urnen en gebruiksvoorwerpen werden aangetroffen. De Romeinse Heerweg, thans nog aanwezig als Heerstraat, liep over de Heuvelrug langs de Maas en vormde de verbinding tussen Bloricum (Blerick) en Cucelum (Cuijk). Langs deze weg zijn ook Romeinse grafheuvels (tumuli) gevonden. Opgravingen hebben ook aangetoond, dat er al in het Mesolithicum (6000 v.Chr.) bewoning is geweest. Er werden talrijke vuurstenen werktuigjes aangetroffen.

In de 13e eeuw regeerde in Meer: Jan de Boc, waarnaar de plaats later werd genoemd.

In de 14e eeuw kende Boxmeer reeds een kasteel, toen de heerlijkheid werd verkocht aan de hertogen van Brabant. Het huis werd echter in de strijd tegen Gelre afgebroken. Het kasteel werd spoedig daarna weer opgebouwd, toen de heerlijkheid in het bezit kwam van het geslacht Van Culenborch. Omstreeks het begin van de 16e eeuw werden de graven Van den Berg met Boxmeer beleend. Er is in de I6e eeuw nog een broederstrijd om het kasteel gestreden en herhaaldelijk werd het huis belegerd, veroverd en heroverd. In 1652 en 1653 zorgde de graaf van Boxmeer voor een unieke situatie, toen Lotharingers naar de plaats kwamen om namens de hertog van Lotharingen geld te halen, dat het Duitse Rijk te vorderen had, omdat de heerlijkheid onder de Duitse keizer stond.

De graaf liet zich op zijn kasteel tegen de Lotharingers beschermen door èn soldaten van de Republiek der Verenigde Nederlanden èn die van de koning van Spanje. In 1737 kwam het kasteel in handen van Johan Baptist van Hohenzollern-Sigmaringen, graaf van den Berg, die bekend zou worden als „de dolle graaf”. Hij werd om zijn daden uiteindelijk opgesloten en overleed in Hohenzollern in 1781. Het kasteel werd in 1806 verkocht aan jhr. Leopold van Sasse van Ysselt. Het huis kwam later in het bezit van de Liefdezusters van de Orde van de H.Carolus Borromeus, die er een ziekenhuis in vestigden.

Toen Boxmeer een nieuw ziekenhuis elders kreeg werd het complex verpleeghuis. Belangrijk voor de opkomst van Boxmeer als dorp was het Heilig Bloedwonder dat in 1400 plaatsvond. Miswijn veranderde tijdens een eucharistieviering in bloed toen de priester twijfelde aan de ontzagwekkende macht van het priesterschap, aldus de overlevering. Van die tijd af werd Boxmeer een belangrijk bedevaartsoord, waar jaarlijks duizenden pelgrims naar toe trokken.

Van oudsher verzamelden zich vele kooplieden rond het grafelijk hof, waardoor een bloeiende handel ontstond. Mede daardoor ontwikkelde Boxmeer zich tot centrumplaats in het Land van Cuijk.

Bevolking: Boxmeer was een klein dorp met weinig inwoners. Door het ontstaan van een bloeiende handel steeg ook het aantal inwoners tot rond de 4000 aan het begin van de eeuw'. De opkomst van industrie heeft er toe geleid dat met name na de tweede wereldoorlog het inwonertal aanzienlijk steeg tot boven de 14.000 (1982). Van oorsprong is Boxmeer bijna volledig katholiek, alhoewel er een kleine hervormde gemeenschap is ontstaan met een fraai hervormd kerkje.

Middelen van bestaan: In vroegere eeuwen was de bevolking voornamelijk agrarisch. Eerst later deed de handel zijn intrede en in de 20e eeuw ontstond er industrie: machinefabrieken, veevoeders, diergeneesmiddelen, pluimveeslachterij e.d.

Boxmeer is gelegen aan de spoorlijn Nijmegen-Venlo en aan de wegen Middenpeelweg-St.Anthonis-Boxmeer en S 28: Grave-Limburgse grens, (in aanleg:) rijkswegen 73-Nijmegen-Boxmeer-Maasbracht en 77: Boxmeer-Duitse grens.

Monumenten: Van het kasteel is een gedeelte uit de 17e eeuw bewaard gebleven. Het is gelegen nabij het verpleegtehuis Madeleine.

Onder de RK kerk bevindt zich een crypte waarin de fundering van de eerste kerk, uit 1200, is blootgesteld. Naast de kerk bevindt zich het carmelietenklooster (1652). In het vroegere huis Elzendaal was het klooster van de zusters Carmelitessen gevestigd, gesticht in 1649. In 1983 werd Elzendaal vredeshuis, overgenomen door het Centraal Missie Commissariaat, voor groepsbijeenkomsten op het terrein van vrede, missie, maatschappelijke ontwikkeling en internationale samenwerking.

Boxmeer kent een aantal oude patriciërshuizen, zoals huis de Weyer (1719), dat later klooster werd en thans sociaal cultureelcentrum is: het zandhuis (18e eeuw), het Zand 15, Raetsingel Steenstraat 37, 54, 58 en 64.

De St.Jan de Doperkerk in Sambeek heeft een 15e-eeuwse toren.

Molen: In Beugen ronde stenen bergmolen, uit 1866.

Recreatie: Boxmeer heeft enkele fraaie boscomplexen : De Vilt (27 ha), het Brestbosch (125 ha) en de Sambeekse Hei (135 ha). Een uniek natuurgebied vormen de Maasheffen, die gelegen zijn in de winterbedding van de Maas. De gemeente heeft de beschikking over een overdekt zwembad en grote sporthal, kegelbanen en tennishal en drie sportparken.

De gemeente Boxmeer is aangesloten bij het Streekgewest Land van Cuijk, waarvan het secretariaat gevestigd is in Boxmeer; met het streekgewest werd in 1970 een begin gemaakt.

Overheidsinstellingen: gemeentehuis, Raadhuisplein 1, voor Boxmeer, Beugen en Sambeek; Kantongerecht, Steenstraat 59, Boxmeer; rijkspolitiebureau, Elzenstraat 7 Boxmeer; postkantoor, Burg.Hengstplein 11 Boxmeer en Grotestraat 57 Sambeek.

Nutsbedrijven: Gas: Obragas Helmond; Waterleiding mij Oost-Brabant, Spoorstraat 55b Boxmeer; elektriciteit: PNEM district Cuijk; NS-station Stationsweg 3 Boxmeer; Vereniging Industriële kring Land van Cuijk en Noord-Limburg; Ziekenhuis: Streekziekenhuis Maasziekenhuis Loerangesestraat; verpleeghuis Madeleine. Onderwijs: vier kleuterscholen in Boxmeer; een kleuterschool in Beugen; een kleuterschool met dependance in Sambeek; zeven scholen basisonderwijs in Boxmeer; een basisschool in Beugen; een basisschool in Sambeek; scholen voor buitengewoon onderwijs, voor aangepast onderwijs en lomschool te Boxmeer; huishoudschool, MAVO, scholengemeenschap lyceum-HAVO; streekschool voor vorming en opleiding en een technische school te Boxmeer; stichting basisschoolkathechese te Sambeek; RK pensionaat te Beugen. Sportaccommodaties: Sporthal en overdekt zwembad 't Hoogkoor, Boxmeer; sportzaal te ’ Sambeek.

Legende: Het stukgehakte lijk van Boxmeer Bij het kasteel van Boxmeer nu verpleeghuis en zusterklooster, maar oorspronkelijk gebouwd in 1200 en nog met echte onderaardse gangen spookt het op het Meer. Het is de geest van de vroegere burggraaf van Boxmeer, Jan van Mijnberghen. Deze werd op 12 december 1769 in de keuken van het gebouw plotseling overvallen door de zoon van de vorige kastelein, die afgezet was omdat hij zich schuldig had gemaakt aan verduistering van goederen van het kasteel. De moordenaar kwam via de onderaardse gangen het kasteel binnen, overrompelde de burggraaf, die met een bijlslag zo zwaar werd getroffen, dat hij stervende was. Maar nog was het blijkbaar niet genoeg. De moordenaar sleepte hem naar zijn eigen kamer, waar hij de man in stukken hakte.

Met behulp van zijn vader sjouwde hij de lichaamsdelen naar het meer, bond er stenen aan en smeet ze in het water. Het duurde maanden voordat het lijk gevonden werd. De vierschaar veroordeelde Joseph de Greef bij verstek om door de meester van het scherpgerecht onthoofd te worden na op een kruis gelegd en van onderen op levend geradbraakt te zijn. Zijn romp zou vervolgens op een rad moeten worden gelegd, terwijl het hoofd op een pin tentoongesteld werd. Zijn vader, Lucas de Greef, werd veroordeeld om met de strop om de hals te worden gegeseld en gebrandmerkt. En diens vrouw werd veroordeeld om van de meester van het scherpgerecht roeden om haar hals te krijgen en om tijdens de geseling en brandmerking van haar man tentoongesteld te worden en die te aanschouwen.

Man en vrouw werden daarna verbannen. Alleen de moordenaar was spoorloos. Het lijk van de vermoorde burggraaf werd in de kerk van Boxmeer in de grafkelder van het personeel van het kasteel bijgezet. Maar geregeld heeft men Van Mijnberghen als spook zien rondwaren op zoek naar zijn moordenaar.

Bron: Gemeente Boxmeer; Jhr. mr. A. van Sasse van Ysselt in Taxandria, 1899; Anton van Oirschot: Middeleeuwse Kastelen van Noord-Brabant, 1981 en Spoken en Kastelen in Nederland.