Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ZANG

betekenis & definitie

Uit de M.E. is geen geschreven Fr. muziek bewaard gebleven, al geldt ook voor die tijd niet het ‘Frisia non cantat’. Na de hervorming zijn er weer sporen van volks-Z.

Liederen van J. Vredeman de Vries, J.

J. Starter, D.

R. Camphuysen werden gezongen.

Gysbert Japicx gaf een psalmberijming en ook liederen. Uit de 17de en 18de eeuw zijn Z.boekjes bekend, haast alle met Hollandse tekst.

De import uit Holland was vooral in de 18de eeuw groot. Zelfs kinder- en speelliederen kregen Hollandse teksten.Eerst in de tijd der romantiek (begin 19de eeuw) dichtten de gebroeders Halbertsma Fr. liederen op ontleende (Duitse) melodieën. De teksten waren niet steeds geschikt. Er ontstonden echter enkele liederen, die nog steeds leven. Na 1850 ontwaakte de liefde voor de Z. T. G. v. d.

Meulen, H. S. Sytstra, T. R. Dijkstra, W. Dijkstra, J.

G. v. Blom, M. de Boer, H. G. v. d. Veen, J. v. Loon e.a. geven Frl. Fr. liederen.

W. Dijkstra’s In doaze fol âlde snypsnaren bevat nog alleen teksten, zijn Doaze mei de Noardske Balke geeft ook, zij het ongeschikte, melodieën. J v. Loon en M. de Boer slaagden met het Fr. Lieteboek beter. Ook P.

J. Troelstra gaf veel moois (Nij Fr. Lieteboek). Er kwamen kleine bundeltjes vaak met Hollandse tekst (Jolle de Vries, Bouke de Vries, Chr. Koster). De mannenkoren bloeiden, later de gemengde koren.

De Maatschappij tot Nut van het Algemeen en Toonkunst deden veel goeds, zie Muziekscholen. De herleefde belangstelling voor Fr. taal- en cultuur had gunstige gevolgen. In 1941 kwam er een bundeltje Fryslân sjongt, dat veel werd verkocht. In 1948 verscheen een nieuwe liederenverzameling, het Lieteboek, dat de oudere bundels verving. Het Musikologysk Wurkforbân fan de Fr. Akademy gaf voor schoolgebruik de reeks Sjong mar ta.

De opgerichte bonden van Z.-verenigingen deden het peil van de koor-Z. stijgen. Ook de beweging voor algemeen vormend muziekonderwijs had een gunstige invloed. In de 19de eeuw bestonden in de grote plaatsen Z.verenigingen, die oratoriums e.d. uitvoerden. Uit deze tijd moeten genoemd J. des Communes, L. M. A.

Waubert de Puiseau, L. Kufferath, P. Wedemeijer Jr., A. Schliebner, M. Hageman, Chr. Koster, S.

Velds, J. Bekker, M. Schuil en P. C. Koerman. De laatste 50 jaar komen naar voren J.

Paardekoper, W. Zonderland, Jac. Hoogslag, J. Stam, P. Post, G. Schrik, H.

K. Schippers, R. Beintema, B. Posthuma e.a. Sommigen componeren Fr. koorwerken. Als componisten treden op Jac.

Hoogslag, R. Beintema, J. L. de Jong, P. Folkertsma, J. Slofstra, L. de Rook en B. Smilde. z Bachcultuur, Liederenbundels, Matthauspassion, Muziekleven, Volkslied.

Zie: Jac. N. D. Hoogslag, De Sang yn Fryslân (1931); Leeuw. Cour. (17.11.1934); A. Komter-Kuipers, Muzyk yn Frysl&n oant 1800 (i935); Jop Pollmann, Ons eigen volkslied (Amsterdam 1936); H.

K. Schippers, Eenige opmerkingen over het koorleiderschap in Frl. (1941); Stân en foarütsichten fan de Amateur-muzykbioefening yn Frl. (1952); Jac. Jansen, Gysbert Japicx’ lieten (1956); Rapport korpsen en koren (Fr. kultuerried, 1956); Repert., 333-335, 361-362. Zangplaten, Het aantal Fr. langspeelplaten is door het kleine taalgebied niet groot, al wordt uiteraard naar uitbreiding gestreefd. In de handel zijn o.m. It Heitelân, Fr. grienmank, gezongen door het Sneke Cantatekoor; De tiid hâldt gjin skoft, door het gezel'

schap Tetman en Jarich de Vries; Fryslân sjongt, gezongen en gespeeld door de Sambrinco’s; Troepeskip en Joun feint, door Peter de Jong, en Fr. grienmank, gezongen door Peter de Jong met muzikale begeleiding en een meisjeskoor.