Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

YPEY

betekenis & definitie

Nageslacht van Ype Abels (?-Sint-Anna Parochie 18.4.1619). Hierbij twee professoren te Franeker, wier tak op uitsterven staat.

In Frl. bloeit nog het nakroost van hun oom Anne Ypes (1682-1735).Zie: A. A. Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenboek ni, 364; Ned. Patr. xxxvii (1951); 396-403-

—, Adolf, medicus (Franeker 14.6.1749-Leiden 27.2. 1820). Arts te Franeker (1769), lector (1772), hoogl. (1776) in de botanie, medicijnen, anatomie, wiskunde, in de vestingbouwkunde (1785), in de scheikunde

(1787) te Franeker, te Leiden (1813). Van 1795-1805 als prinsgezinde ambteloos, en arts te Amsterdam. Publiceerde veel op velerlei terrein (o.a. over zeedijken), en had ook naam als dichter in het Latijn. Zie: Boeles 1, 2de dl., 575-58o; N.B.W. v, 1157-1159.

—, Age Looxma, kunstliefhebber (Lwd. 29.7.1833Rijperkerk 8.8.1892). Zoon van N. Y. en Baudina Looxma. Groot verzamelaar. Zijn collectie munten en porselein kwam met een legaat van ƒ 50000 aan het Fr. Museum, zie Toutenburg.
—, Annaeus, theoloog (Lwd. 27.9.1760-Groningen
5.4.1837). Stond van 1784-93 als predikant in Fr. gemeenten.

In zijn kerkhistorische werken (Geschll. der chr. kerk in de iSde eeuw, 1797-1815, Geschiedenis van het patronaatsrecht, 1829, Gesch. der Ned. Herv. kerk, 18x9-27, met I. J. Dermout) aandacht voor Frl. Zo ook in zijn taalkundige studies.

Zie: N.B.W. v, 1159-1161.

—, Nicolaas, mathematicus (Bergum 7.6.1714-Franeker 14.7.1785). Lector (1743) en hoogl. (1744) in de wis- en vestingbouwkunde te Franeker. Zeer veelzijdig raadsman der regering (waterstaat, dijkwezen, belastingen, uitvoer van hooi).

Zie: Boeles 1, 2de dl., 474-478; N.B.W. v, 1162-1163.

—, Nicolaas, medicus, filantroop (Lwd. 23.12.1794Rijperkerk 12.9.1869). Jarenlang arts te Lwd. Door zijn huwelijk met Baudina Looxma bemiddeld. Hij vestigde zich op Vijversburg (1851, 'bos van Y.’), werd ontginner van de Bergumerheide, steunde allerlei maatschappelijk werk.

Zie: W. Eekhoff,Ter vereering van N.Y. (1869); N.B.W.v, 1162-1163.

< >