Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SURHUISTERVEEN

betekenis & definitie

(Fr.: It Surhusterfean, het veen van Surhuizum),

a. dorp in het Z. deel van Achtkarspelen, ca. 1600 als veenkolonie ontstaan, thans de belangrijkste industrieplaats der gem. (2995 inw.). Herv. kerk (1685), doopsgez. kerk (1801), twee geref. kerken. Chr. en neutrale kleuterschool, openb. en chr. lagere school, openb. en geref. uloschool, lagere technische en lagere landbouwschool, een rijkswerkplaats voor vakontwikkeling en de gem. werkplaats voor mindervaliden ‘De Stipe’. Industrie van matrassen en ledikanten, kinderwagens en tuinstoelen, rijwielen en autopeds, koek, beschuit en banket, metselstenen en schelpkalk, zuivel. Het zich steeds uitbreidende dorp heeft kort na 1900 door het dempen van vaarten zijn karakter als veenkolonie verloren, zie Stedenvorming, Vlek.

Zie: Hepkema Memories, 389; A. Tjoelker, S. (1947); Repert., 212; Fr. Dagbl. (29.10., 5, 12.11.1956); Leeuw. Cour. (1.2.1958).

b. boezemwaterschap in Achtkarspelen en Smallingerland (1860 ha). Opgericht in 1876-77.

Het waterschap heeft o.m. de zorg voor de werken, tevoren in onderhoud bij de zgn. Compagnons: de reeds voor 1700 gegraven vaart van S. naar het Kolonelsdiep, met een sluis bij Rodeschouw. 5. verzorgt ook opmaling van water in het kanaal boven de sluis. Met concessie van de kroon heft het waterschap rechten van de scheepvaart. Daarnaast betalen ingelanden waterschapslasten. Voor de afwatering zijn de ingelanden ook betrokken bij het waterschap de Oudevaart. zie Compagnie.