Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SCHAFT- en MAALTIJDEN

betekenis & definitie

Het zware landwerk en de lange werkdagen eisten vroeger voor mens en dier meer rustpozen en maaltijden dan men elders gewend was. Dit gold vooral voor de Bouwhoek.

In Het Bildt en in de Dongeradelen ging men ca. 1930 om 6 uur, na een ontbijt van roggebrood met spek, naar het land. De warme hoofdmaaltijd volgde om 9-10 uur, waarvoor een uur schafttijd stond. Van 2-3 uur een broodmaaltijd met thee. Na het derde ‘schoft’, om 6 uur, een maaltijd met brij. In de Greidhoek begon en begint men om 4-4.30 uur, na het melken ca. half 8 volgt ontbijt van thee en brood. In de Zuidoosthoek was dit ca. 1920 nog vaak gebakken aardappels met spek en brij. Hier kwam dan de hoofdmaaltijd om 12 uur.

De verschillen waren dus groot; bij het klokluiden houdt men met de plaatselijke gewoonten rekening. Behalve de ochtendkoffie dronk men in de gezinnen ook om 5 uur koffie; dit gebruik neemt af. Het toenemen van de mechanisatie in het bedrijf doet deze gewoonten veranderen, zie Klok, Tijdluiden.