(Fr.: leechstâl). Wrsch. in de 15de eeuw in de Z.
Wouden ingevoerde wijze van rundveestalling om de voor schrale streken zo gewenste intensieve mestwinning).De koeien stonden in een rechthoekige ‘kuil’, die vol mest raakte. De boer werkte mee door af en toe een laag plaggen toe te voegen. De mest werd met de wagen zo uit de P. naar het land gereden. In 1900 waren in Z.O.-Frl. nog ca. 1500 plaatsen met een P., zij het niet overal meer met de oorspronkelijke functie. De P. is vrij snel verdwenen, toen de kunstmest omschakeling op greidebedrijf mogelijk maakte, waarbij het onhygiënische melken in de P. niet paste, zie Stal.