Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MESTWINNING

betekenis & definitie

Het verzamelen van de natuurlijke mest (‘dong’) was vóór de 18de eeuw voor de landbouw alleen belangrijk op boerderijen met bouwland. Sinds ca. 1740 veranderden de bemestingsmethöden: men ging ook voor het weiland zorgvuldiger mest verzamelen.

In Greid- en Bouwhoek werd de achter de koeien uit de grup (Fr.: kougroppe) geschepte mest met een kruiwagen (mjukskret) op de mesthoop (rûchskerne) gebracht en vandaar bij gelegenheid over de landen gereden. In de N.

Wouden geschiedde dit wrsch. vanouds net zo, maar zuidelijker had men potstallen, waarin behalve de vaste dong ook de gier (jarre) behouden bleef. Bovendien won men in de Wouden de mest van de heideschapen.

Buiten de Wouden kreeg men ca. 1850 oog voor de waarde van de gier, die eerst in een sloot, de jarresleat werd verzameld, maar sinds 1900 meer en meer in gierkelders. zie Binge.

< >