Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

OLDEBERKOOP

betekenis & definitie

(Fr.: Âldeberkeap, ook: Berkeap, in 1228 Brocope; bro is onverklaard, cope houdt wrsch. verband met kopen). Centrum in W. helft van Ooststellingwerf (1239 inw.).

Tot 1848 centrum en hoofdplaats der gem.Buurschappen: Deddingabmirt en Bekhof. Fraaie herv. kerk. Openb., kleuter-, lagere landbouw- en landbouwhuishoudschool. Taal voor 96 pct. Stellingwerfs. Grote P.v.d.A.-meerderheid.

Coöp. zuivelfabriek, grote coöp. aankoopcentrale, voorschotbank. Oud grietenijen rechthuis nog aanwezig. Lycklamastins is verdwenen, zie Delleburen.

Zie: Reg. Leeuw. Cour., 55; Repert., 204; Algra, De Historie in, 128-140; Leeuw. Cour. (18.4.1957).

BOSSEN. Enige complexen hakhout uit de 19de eeuw, bezit of bezit geweest van de familie Willinge Prins, samen 90 ä 100 ha (Molenbos, Koepelbos, Stuttebos e.a.).

Thans hakhout, jong opgaand eikenbos, dat door het sparen van telgen uit hakhout is ontstaan, en enkele percelen jong naaldhout. Met hervorming van hakhout tot naaldhoutbos is een begin gemaakt. In het Koepelbos een hertenkamp, die door de dorpsgemeenschap in stand wordt gehouden. Het Stuttebos is 1954 door Staatsbosbeheer aangekocht, verder is alles particulier eigendom met vrije wandeling

< >