Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

NOORMANNEN

betekenis & definitie

Vikings (Fr.: Wytsingen'). Nog tijdens Karel de Grote, die de Friezen tegen gevaren uit het noorden en oosten beschermde en misschien mede daardoor als schenker van vrijheid werd vereerd, kwamen Denen naar Frl. Ze deden ca. 800 zonder succes een eerste aanval.

Daarna telkens weer, vooral tijdens Lodewijk de Vrome (814-840). Deze gaf Deense prinsen (Hemming, Harald Sr.) hier macht en riep zo nieuwe invasies op.

Ook de bekeringspogingen van Anskar werden zo afgeweerd. Dorestad wordt 834 geplunderd.

Na het verdrag van Verdun (843) worden hier vaak Denen als helpers aangetroffen (Harald Jr. en Rorik) in de buurt van Dorestad. Godfried heeft in Frl. geheerst (882-885).

Een inval in Oostergo door Rudolf (juni 873) is bekend uit de annalen van Fulda, de Friezen verdedigden zich met behulp van andere N. Het lukte de aanval af te slaan en veel geld te veroveren.

Na ca. 950 namen de aanvallen af, hoewel nog 991 het rijk wordende Staveren geplunderd werd.De tochten der N. braken de Frankische macht; zo verdween de Karolingische beschaving. Er werd belasting (zie Klipschilda) aan het koninkrijk ‘oen da grimma herna’ betaald. Het christendom kon zich handhaven. Collaboratie tussen Friezen en Denen kwam vrij veel voor. Samen deed men bijv. aanvallen op Engeland. In de grond verstopte munten zijn bewijzen van de angst bij het volk.

Zie: J. de Vries, De Wikingen in de lage landen bij de zee (Haarlem 1923); I. H. Gosses, Deense heerschappijen in Frl., in: Verspr. geschriften (1946).

Noormannenpoort (Fr.: Noardsk doarke). De noorddeur aan oude kerken is vaak gesloten en bijzonder laag. Oorspronkelijk was de deur open en toegang voor de vrouwen, die aan de noordkant zaten. De legende van de N., die zo de mensen naar het noorden lieten buigen, mist alle grond. De N.-poort is laag door de ophoging van het kerkhof. De deur heette ook duivelsdeur. zie Godfried de Noorman.

Zie: Vr. F. XXXII (1934),90-112; J. J. Kalma, By ús alde tsjerkenlaas (Assen 1943), 34-40; E. J. Haslinghuis, Bouwkundige termen (Utrecht 1953), 261.