Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MINDERHEID

betekenis & definitie

Naast het eenvoudige begrip numerieke M. is in de laatste jaren het sociologische begrip

M. opgekomen. Als nl. een door taal of ras of geloof verbonden groep numeriek in de M. is, zet ze zich als zodanig tegen de meerderheid af.

Wanneer de M.s-positie door de meerderheid wettelijk was vastgelegd (geen Fr. voor de rechtbank voor Friezen in Nederland, alleen schuilkerken voor roomsen en doopsgezinden in het Frl. der Republiek, geen ambten bekleed door joden), geneest de daaruit ontstane geestelijke houding niet onmiddellijk nadat de wettelijke belemmering is opgeheven. Deze kan lang nawerken. Het Fr. volk leeft als grootste homogene volksgroep binnen de ruimere, algemeen Nederlandse volkseenheid met eigen taal en cultuurbezit in zekere zin als een sociologische M. De verhouding tussen rooms-katholiek en prot. in Frl. draagt nog de sporen der oude verhouding: r.k. M. tegenover prot. dominerende meerderheid. Jegens de herv. kerk vertonen de geref. kerkgenootschappen ook sociologische M.skenmerken.

Zie: C. F. Marden, Minorities in American Society (New York 1952); W. Goddijn O.F.M., Kath. M. en prot. dominant (Assen 1957).

< >