Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

KERKHOF

betekenis & definitie

(Fr. : tsjerkhôf, hôf) . Begraafplaats om de kerk. Een opvallend mooi K. hebben bijv.

Stiens en Rinsumageest. Mogelijk was hier vroeger een heidense begraafplaats al of niet bij een tempel.

In de M.E. kreeg het door het begraven een grote plaats. Verschillende wegen voerden erheen, kerk- en lijkwegen.

Op het K. gold asielrecht. Het was een gewijde plaats : onbekenden, ongedoopte kinderen, zelfmoordenaars mochten er niet worden begraven.

Het K. was ‘bevrijd’ door een wal, later muur, een gracht of een (doornen) haag. Zo kreeg het een vestingkarakter (zie Toren).

Om het K., binnen de afscheiding, liep een ringweg, een oud processiepad, van 2-2,5 m (‘lykpaed’, ‘wandeling’), waarlangs de doden werden gedragen. Het K. was lang geleden ook vergader- en rechtplaats, waaraan grote keistenen herinneren; later nog speelplaats voor de kinderen, bleekveld voor de vrouwen.

Ook jaarmarkten werden er gehouden, zie Begrafenisgewoonten, Driemaal om het kerkhof.Zie: P. Glazema, Gewijde plaatsen in Frl. (Meppel 1948), 259-311. Kerkhofrooster. Ijzeren rooster over een kuil waar het kerkpad de afscheiding van het K. snijdt, vaak met erboven een houten draaikruis (tourniquet). Thans nog resten te Stiens. In de 16de eeuw en later K.-roosters te Grouw, Irnsum, Akkrum, Rinsumageest. Op het K.-rooster legde men eden af. Het K.rooster zou de duivel keren (en de varkens, en de ergste modder van de schoenen).

Zie: Nw. Frl. (1.3.1947; 14.2.1948).