Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

WEGEN

betekenis & definitie

Geschiedenis. Vanouds waren de W. door de natuur aangegeven sporen.

De rendierjagers volgden de trek-W. van de rendieren, vooral hoge ruggen. Toen in het Atlanticum de veengroei sterk toenam, legden de hunebedbouwers of bewoners uit de vroege bronstijd plaatselijk knuppelwegen aan (ca. 20001500).

Het verkeer bleef beperkt tot de plaatselijke bevolking, met soms een reizend koopman, een bende gewapenden of een trekkende stam. Velen gaven echter de voorkeur aan de waterweg: de Romeinen, Karel Martel.In de 17 keuren heet het, dat de betaling van de huslotha recht geeft op vrij gebruik van vier stromen en drie land-W., o.a. van Staveren naar Koevorden. Het oudere schoutenrecht en het zeendrecht schrijven voor, dat de kerken uit alle vier windstreken bereikbaar moeten zijn, evt. langs een heer- of waterweg. Langs de dijken liep de weg aan de binnenkant, waarvoor 26 voet breedte beschikbaar moest zijn; berijden van de kruin was verboden. Op de klei hadden de W. echter weinig betekenis. In de Wouden komt vaak een stel evenwijdige W. voor; de dorpen zijn soms van de ene naar de andere verplaatst, naar het schijnt (zie hierna W. in de Zuidoosthoek). Hooi-W. gingen de lage landen in. Het onderhoud was voor de naaste belanghebbenden; nog in 1492 werd tolheffing onwettig verklaard, ’s Winters waren vele W. onberijdbaar.

Voor de handel was het nodig dat de losse plaatselijke W.-stelsels in de Wouden met elkaar verbonden werden. Oostergo besloot 24.7.1453 Dokkum en Lwd. te verbinden met Barraconvent en verder met Smalle Ee. Hiervoor dienden o.a. de Goddeloze Singel bij Veenwouden, en de weg van Miedum naar Giekerk, weldra vervangen door de Zwarte weg naar Toutenburg (1532). Het Hof gelastte in 1542 herstel van de Gravinneweg (Akkrum-Wolvega). Ondanks de slechte toestand der W. trokken in de 16de eeuw de troepen er veel langs; ook reizigers met wagens maakten er wel gebruik van.

In de 17de eeuw overheersten de kanalen, de enige belangrijke weg die er kwam was een van de vele trek-W., nl. die van Dokkum naar Strobos (1655) (zie Strobosser trekvaart, Trekschuit). Om het doorgaand verkeer te vergemakkelijken en hulp in oorlogstijd te bespoedigen, begonnen op voorstel van Stad en Lande in 1671 besprekingen over de spoorwijdte van de wagens, die pas in 1692 tot een definitief resultaat leidden. Het openbaar vervoer (wagenveren) nam sterk toe. Belangrijk waren de W. die Jhr. Philip Vegelin v. Claerbergen liet aanleggen: bij Haskerdijken (1716) en van Joure naar Akkrum.

Toch ontbraken nog allerlei schakels: van Lwd. naar Franeker moest men ‘by Berltsum om’ (over Berlikum), van Lwd. naar Heerenveen althans ’s winters over Drachten. Sommige dorpen bleven tot ca. 1900 zonder weg. Enkele W. werden door de lage verveningen in gevaar gebracht.

In 1821 wees de regering de weg van Lwd. naar de Lemmer en Visvliet aan als rijksweg, daarna die naar Steenwijk. De laatste is 1827-29 bestraat, Lwd.Strobosservaart 1830-31, doorgetrokken naar Groningen 1839-40; Sneek en Harlingen kregen in 1842 aansluiting, de Lemmer in 1848. Voor een deel zijn hiervoor nieuwe banen aangelegd. Tal van puin-W. sloten hierop aan.

Door de aanleg van spoor- en tram -W en door de landbouwcrisis verminderde na 1880 de activiteit, zelfs werden de straatW. van 4 ½ op 31/2 m versmald. De ontwikkeling van het motorverkeer maakte een sterke uitbreiding nodig. Op het eerste rijks-W-plan (1927) kwamen de oude straat-W. voor, die geleidelijk verbreed en soms ook gemoderniseerd zijn. Op het plan van 1932 kwam als rijksweg 43 de nieuwe verbinding Groningen-Heerenveen—Afsluitdijk voor, waarvan de belangrijkste schakel, Joure— Sneek nog 1940 in gebruik kwam. Verdere stukken volgden sinds 1947; ook kwam een omlegging bij Heerenveen tot stand (1956). Op het Prov.WE.-plan van 1948 komen ook nieuwe W. voor: WynjeterpSelmien (in 1953 gereed), Gorredijk-Akkrum (1954), Wolvega-Slijkenburg (1955) en een rondweg om Drachten Noord.

Zie: Repert., 356, 368.

Tegenwoordige toestand. In Frl. zijn zes rijks-W.: nr. 9: N.-Hollands-Fr. grens-Afsluitdijk-SurichHarlingen-Franeker-Lwd., ruim 48 km; nr. 39: Lwd.-Hardegarijp-Quatrebras-Twizel-BuitenpostFr.-Groningse grens (naar Groningen), ruim 30 km; nr. 32: Overijsels-Fr. grens-Blesse-Wolvega-rondweg om Heerenveen-Akkrum-Irnsum-Lwd., ruim 45 km;nr. 43: Kop Afsluitdijk-Bolsward-Sneek-Joure —Heerenveen—Beetsterzwaag—Drachten-Zuid, bijna 60 km; nr. 43a: Deze weg vormt een verbinding tussen de rijksweg 39 (Quatrebras) en 43 (DrachtenZuid) via Bergum-Nijega-Drachten, ruim 16 km; nr. 40: Lemmer-Follega-Spannenburg-JutrijpSneek-Scharnegoutum-Rauwerd (Hoek). Bij Rauwerd (Hoek) aansluiting op rijksweg 32, bijna 36 km. Voorts heeft het rijk naast een aantal wegvakken, die vroeger van betekenis waren voor het doorgaand verkeer, maar die door omleggingen thans een meer lokaal karakter hebben, nog in beheer: de weg langs de vaart Dokkum-Strobos (ca. 20 km), de zgn. ‘Slaperdijk’ van Koudum naar Galamadammen (ca. 3 km) en de weg op de ‘Statendijk’ tussen Schoterzijl en Slijkenburg (ca. 2 km). De totale lengte van het rijks-W.-net in Frl. (inclusief diverse losse stukken, o.a. tussen Drachten en Gorredijk-Langezwaag) bedraagt 292,3 km. Bij het opnieuw in 1958 vastgestelde rijks W.-plan is een nieuwe weg (nr. 38) geprojecteerd van Lemmer naar Akkrum met aansluiting op rijksweg 32. Gewerkt wordt aan een belangrijke omlegging van rijksweg 9 Z.O. van Harlingen, zodat in 1960 of eerder het doorgaande verkeer om Harlingen heen zal rijden.

In de toekomst zal rijksweg 39 van Hardegarijp tot Visvliet (Groningen) een nieuw tracé volgen N. van de spoorlijn. Rijksweg 32 zal N. van Haskerdijken tot een punt tussen Wirdum en Lwd. eveneens een nieuw tracé krijgen O. van de spoorlijn. Aan de bouw van rijksweg 43 van Drachten-Zuid via Ureterpervallaat-Fr.-Groningse grens-Groningen wordt gestadig gewerkt, zodat ca. 1960 een snelle verbinding tussen Groningen en de ‘kop’ van N.-Holland via rijksweg 43 en de Afsluitdijk gereed zal zijn.

In afwijking van de meeste andere provincies heeft het Fr. prov. bestuur geen wegen in eigen beheer of onderhoud. Wel bestaat er een prov. W-plan en verstrekt de prov. bij belangrijke reconstructies van W. subsidies tot 80 pct. van de kosten, maar alle W. (exclusief rijks-W.) zijn in beheer en onderhoud bij de gemeenten, resp. lagere organen zoals waterschapsbesturen e.d. Door deze situatie hebben sommige plattelandsgemeenten in Frl. een zeer uitgestrekt net van verharde wegen te onderhouden, hetgeen financieel een zware last betekent. Zo heeft Ooststellingwerf (18025 inw.) 219 km verharde weg te onderhouden, Weststellingwerf (20583) 219 km, Opsterland (20704) 216 km, Wonseradeel (13352) 134 km, Wymbritseradeel (11877) 120 km. Wat wil zeggen dat in al deze gemeenten ca. 25 gezinnen meer dan 1 km harde weg moeten onderhouden, zie Planwegen.

In de Zuidoosthoek. Parallel met Boom, Tjonger en Linde lopen in de lengte van de zandruggen tussen deze stroompjes telkens twee W., die in een bepaalde betrekking tot elkaar staan. Zo onderscheidt men de Binnenweg en de Buitenweg, de Lijkweg en de Buitenweg, de Hereweg en de Buitenweg, de Olde weg en de Binnenweg, de Oude weg en de Nieuwe weg, de Bovenweg en de Buitenweg.

In vele gevallen blijkt de weg, die het dichtst langs de stroom loopt en een hoge rug volgt (vandaar ook wel Hoge weg), de oudste verkeersweg te zijn. Soms ligt er een oud kerkhof aan (Siegerswoude), maar in de meeste gevallen ging het verkeer blijkbaar buiten de bebouwing van het dorp om en verplaatste zich eerst laat naar de door de dorpen lopende weg. Zodoende is, op enkele recente moderniseringen na, de Buitenweg in Opsterland zowel N. als Z. van de Boom nog onverhard, is ook de Buitenweg of Oude Groninger weg van Nieuwehorne naar Hoonsterzwaag een zandweg en volgt het doorgaande verkeer ook de jongere weg, waar, zoals in Weststellingwerf, de oude deels bestraat is. De geschiedenis vertoont neiging zich te herhalen: er bestaat een plan de onverharde (oude) paralleleweg Wolvega-Oldeberkoop-Makkinga tot hoofdverkeersweg te moderniseren, terwijl er ook al eens over gesproken is de door Smallingerland lopende Hoge weg (parallel met de Lijkweg, thans Commissieweg) ter ontlasting van de dorpen tot weg voor het doorgaand verkeer te maken. Een deel van deze weg (van Drachten tot rijksweg 43) zal trouwens verbeterd worden ten einde te kunnen dienen als verbinding tussen het industrieterrein te Drachten en de bedoelde autoweg. Behalve als verkeersweg in de M.E. heeft de Buitenweg (Oude weg) stellig ook gediend als hooiweg, hetzij over lange afstanden, hetzij om de langs de stroompjes gelegen hooilanden te bereiken.

O., H.; M., P. J.; M., S. J. v. D.