Oude Fr. kerken hebben een Z. en een N. deur (zie Noormannenpoort). Soms kunnen beide nog open.
Meestal is de van de wind af gekeerde Z. deur de toegang. De N. deur is los te Finkum, Kollumerzwaag, Hardegarijp, Weidum, Swichum, vaaki. v.m. de ligging van de weg. Enkele deuren schijnen laag door de ophoging van het kerkhof. Wrsch. is er verband met de scheiding der geslachten; de mannen zaten aan de zuidkant, de vrouwen aan de noordkant, de kant van de zonde (waar de duivelsdeur was, die bij de kerkwijding openstond). Door de Z. deur trad een bruidspaar binnen (zie Bruidsdeur). Wrsch. werkt in de bouw van N. en Z. deuren invloed der Angelsaksische zendelingen.
Zie: Vr. F.xxxii (1934), 90-112; J. J. Kalma, Byüsaldetsjerkenlans (Assen 1943), 34-40.