Edel geslacht uit Rauwerd, reeds in de 15de eeuw uitgestorven met Eelck Eelckedr, gehuwd met Wigle Camstra. Hun zoon Sascker nam de naam
H. aan.
Zijn geslacht vestigde zich te Marsum, telde veel geuzen en stierf 1654 uit. Hieruit Womck (♱1596) en Fokel (1567-1639) Aededochters, resp. gehuwd met Tjalling en Pieter Eysinga. Womcks kleindochter Aaltje (1622-?) huwt Fokels kleinzoon Frans (1621-1673); uit dit huwelijk vier generaties H. van Eysinga (ti8o6). De naam was ook aangenomen door Haye (♱1486) (stiefbroer van bovengenoemde Eelck uit het tweede huwelijk van haar moeder Ydt Aylva met Sasker Donia), die zich later Cammingha noemde. Uit Dongjum een eigenerfd geslacht dat in de eerste helft der 17de eeuw de naam H. aannam; hieruit Jodocus (1704-17S2), predikant te Simonswolde (1738), te Drogeham (c.a. 1741), was stamvader van vele predikanten.
Zie: Stb. 1, 74, 79; 11, 49, 53; Andreae, Nalezing, 13, 58; v. d. Aa vx, 200-202; N.B.W. vi, 766; vn, 563-564; Romein, Naamlijst, 61, 258, 519, 556, 592, 646; B.W.P.G. in, 726-729; T.H. xxvii (1949), 147; G. ten Cate, Geslachtslijst v. d. fam. Halbertsma; Uitgaven der Ver. ‘Familie H.’
—, Jeen Joukes (Johannes Jodocofil), theoloog (Groningen 11.1.1733-Den Haag 1.2.1816). Predikant te Beetsterzwaag (1755), Marsum (1758-61); later te Den Haag (hoewel patriot, hofprediker van Willem v). Oprichter ‘Haagsch Gen. tot verdediging van de chr. godsdienst’ (1785).
Wrk.: Naamlijst predikanten in de Classis Franeker (1761).
Zie: B.W.P.G. III, 726-729.
— Elizazoon, Jouke (Jodocus), theoloog (Gorredijk 14.10.1765-Utrecht 18.1.1840). ‘De rechtzinnige
theologie is waar omdat (quia), niet voor zover (quatenus) zij overeenstemt met de Bijbel’ (tegen de Groninger richting).
Zie: B.W.P.G. III, 729-740.