Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

AYLVA

betekenis & definitie

Uitgebreid, invloedrijk edel geslacht uit Witmarsum, vooral in Wonseradeel, W.Dongeradeel en Baarderadeel. Ca. 1680 waren zes Fr. grietenijen in handen van de A.’s.

Stamvader Douwe A. (f 1370). Zie: Stb. 1, 6; II, 7, 200; Sminia, Naamlijst, passim; Andreae, Nalezing, passim; N.B.W. 1, 203; vII, 51-66; V.A. (2896), 152; Ned.

Adelsboek (1940), 86; Ned. Leeuw XL (1922), 273, 343; XLI (1923), 125, 204, 240, 293-294, 356; Repert., 224.—, Alef van, 1578 grietman van Ferwerderadeel, bleef koningsgezind, vluchtte 1580, stierf 1582 te Groenlo. Bekend door verbroken trouwbelofte van Anna van Dekema, waarover bisschop Cunerus Petri moest oordelen (1570). Vgl. Y. Poortinga: Elbrich.

Zie: Vr.F. lx (1862), 177-205; V.A. (1864), 85-111.

—, Ernst van, grietman (? ca. 1555-Holwerd 28.11. 1627). Grietman van W.Dongeradeel (1578), van
O.Dongeradeel (1586), gedeputeerde (1598, 1607), lid van de Nationale Synode 1618-19. Actief bij verbetering van zeedijken, evenals zoon Douwe (Holwerd 1579-8.8.1638). Beiden gehaat om de heffing der gemene middelen (1626, 1635).

Zie: N.B.W. VII, 51-52, 55.

—, Hans Willem rijksbaron van, bijgen. ‘de Ontzaglijke’, veldheer (Holwerd ca. 1635-bij Leuven

Avondmaalsbeker uit Marsum (1633); afgebeeld is de synode van Dordrecht (1618-19) onder voorzitterschap van ds. Joh. Bogerman (Fries Museum, Leeuwarden)

1691). NaTsj. H. de Vries luitenant-admiraal van het Fr. eskader bij de tocht naar Chatham, 1672 luitenant-generaal infanterie bij de verdediging van Frl.

tegen de Munstersen, voerde guerrilla in de buurt van Heerenveen, in staat van verdediging gebracht door Hans Willem van Aylva (ca. 1635-91), bijgenaamd de Ontzaglijke; verdedigde in 1672Frieslandtegen‘Bommenberend’ en deMunstersen aarden schansen (Lindelinie), 1673 onder opperbevel van Johan Maurits van Nassau geplaatst. De strijd verplaatste zich naar Overijsel. Gewond bij Senef (1674), streed nog bij Walcourt (1689) en Fleurus (1690). 1658 gehuwd met verre verwante Frouck v.A. Zie: N.B.W. 1, 202; Vr.F. v (1850), 361-389; W. E. van Dam van Isselt, De verdediging van Frl. in 1672-73 (Den Haag 1931).

—, Hans Willem van, bijgen. ‘de gouden A.’ (Lwd. mrt. 1722-Den Haag 9.6.1751). Zeer rijk. Militair, 1747 grietman van Baarderadeel. Gedeputeerde in Raad van State, dijkgraaf der Vijf Deelen, meesterknaap in het jachtgerecht.

Zie: N.B.W. VII, 57-58.

—, Hessel Douwe Ernst van, grietman (Holwerd 6.11. 1700-27.3.1774). Jarenlang grietman van W.Dongeradeel, belangrijk Fr. politicus, tolerant, bevriend met H. Venema en andere Fr. hoogl. Bevorderde contact tussen gereformeerden en doopsgezinden.

Zie: N.B.W. VII, 59, 60.

—, Hobbe van, veldheer (Hichtum 1696-Maastricht 1772). Opperstalmeester van Willem iv, drost van Buren en kolonel der infanterie; commandant 1740 en gouverneur 1748 van Maastricht. Verdedigde de stad roemrijk, maar vergeefs tegen Maurits van Saksen, kreeg eervolle aftocht met twee mortieren en vier kanonnen, die de Staten-Generaal hem schonken. Hij vermaakte ze aan de prov. Frl., die ze voor de hoofdwacht te Lwd. plaatste. Na het vertrek der Fransen (1749) nam A. Maastricht weer over, en schonk 1751 aan die stad portretten van de stadhouderlijke familie. —> Leeuwarden.

Zie: N.B.W. 1, 203; Vr.F. XLII (1955), 88 e.v.

—, Sicco Douwe van, grietman (Holwerd mei 1734— apr. 1807). Patriottisch grietman van W.Dongera-

deel, na zijn vader H. D. E. v. A.. Vluchtte 1787 naar Frankrijk, werd 1795 weer ingehaald, kwam in de regering, Als federalist spoedig aan kant. A. had na zijn terugkeer moeilijkheden met Th. Joha, die

1787-95 goederen van de familie had beheerd.

Zie: N.B.W. VII, 61-62; Leeuw. Cour. (25.2.1950).

—, Sjoerd (Siward) van, ook Siward van A. van Witmarsum. Woonde te Schraard, werd 1500 aanvoerder der Friezen bij het beleg van Franeker (z Saksische Tijd). Kon strafgericht ontvluchten, verdronk, na terugkeer bij een overstroming, 28.9.1509. Zie: N.B.W. VII, 62.