(Fr.: Ingwierrum, uit familienaam Edinga en locativus pluralis, zie Wier). Dorp (868 inw.), in het zuidoosten van Oostdongeradeel.
Herv. kerk met prachtige eiken preekstoel en twee gebrandschilderde ramen van Jurjen Staak.Zie: Leeuw. Cour. (24.9.1906); Fr. Dagbl. (7, 14 en 21.1.1956). Engwierumerpolder. Zeewerend waterschap in Oostdongeradeel aan de Lauwerszee (ca. 164 ha); bedijkt
1752-54; daardoor werd een deel van de oude zeedijk (der Contributie van Oostdongeradeel) en van de Statendijk (gelegd 1729 ter afsluiting van het Dokkumerdiep) slaperdijk. Overstromingen: 1825, 1858 (doorbraak bij de uitwateringssluis ‘It ald Klyf’, sedert uitgeruimd), 1877. De polder onderhoudt 3 km zeedijk aan noordoost- en zuidzijde, enige strandhoofden, coupures in de slaperdijk en de werken voor afwatering op de Lauwerszee. De zeedijk is particulier bezit, ervoor ligt een stuk kwelder. Eerste waterschapsreglement 1856; daarvóór bestuur volgens poldercontract. Onkosten van de polder in hoofdzaak bestreden uit jaarlijks prov. subsidie. Voor wapen-»Zeewerend waterschap.
Zie: Jaarsma, Zeeweringen; Binnendiken en Slieperdiken.