Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DOLEANTIE

betekenis & definitie

De kerkelijke beweging, in 1886 ontstaan, die tot een tweede breuk in de herv. kerk leidde. De geref. richting werd ca. 1880 o.l.v.

A. Kuyperc.s. actief, vooral na de stichting van de Vrije Univ. te Amsterdam. Reeds in 1883, na een geref. congres, namen de conflicten toe, toen besloten werd ‘dat het plichtmatig was het synodale juk af te werpen’. De strijd ging vooral over het verstrekken van attesten aan catechisanten, die in een andere gemeente bij een vrijzinnig predikant wilden worden ‘aangenomen’. In Amsterdam werden in 1886 80 kerkeraadsleden geschorst. In febr. 1886 verbraken de kerkeraden van Voorthuizen en Kootwijk het verband, gevolgd door die van Reitsum (9.2.1886) o.l.v. J. J. Ploos van Amstel.

Op 17.8.1886 vergaderden de eerste vijf ‘dolerende’ kerken te Reitsum (Kollum en Leiderdorp waren de vierde en vijfde gemeente). De volgende dag had een vergadering te Lwd. plaats, waaraan 1000 personen deelnamen. Vooral na het kerkelijk congres te Amsterdam n-14 jan. 1887 zette de beweging door. In de jaren 1887-90 ontstonden in Frl. ca. 70 kerken, terwijl negen predikanten ‘doleerden’, nl. Ploos van Amstel, G. H. van Kasteel, W.

Maan (Augustinusga), L. Wagenaar, J. Langhout (Anjum), J. Sikkel, K. Femhout (Tsjum), G. Wisse (Garijp) en P.

Eringa (Birdaard). Soms ging de hele kerkeraad mee (Anjum, Wons, e.a.), op andere plaatsen kozen de dolerenden een nieuwe kerkeraad ‘krachtens het ambt der gelovigen’. De D. ging uit van de soevereiniteit der plaatselijke kerk. Men wilde geen afscheiding, maar terugkeer tot de belijdenis en de Dordtse kerkenorde en verbrak ‘slechts het verband met de opgelegde, onwettige organisatie’. Dus maakten de dolerenden aanspraak op kerkgebouwen en bezittingen der herv. gemeenten. Dit leidde tot processen, die zij verloren. In sommige plaatsen leidde de strijd om de kerkgebouwen tot botsingen (Wons, Hilaard).

De naam dolerend werd gebruikt, omdat ‘men klaagde over de toestand der kerk en doleerde bij de overheid, die een vals kerkbestuur handhaafde’. De zaak Wons kwam zelfs in de Tweede Kamer, waar jhr. de Savornin Lohman als pleitbezorger der D. in dit dorp optrad. De officiële naam werd in 1887 Nederduitsch geref. kerken. In 1892 had de fusie van deze kerken met de chr. geref. kerk plaats en werd de naam gereformeerde kerken in Nederland. De D. had in Frl. de meeste aanhang in de zuidwesthoek, Hennaarderadeel, Wonseradeel en in de Dongeradelen.

Zie: G. H. van Kasteel, Voor 25 jaar (1911); J. C. Rullmann, De D. (Amsterdam 1917); Reg. Leeuw. Cour., 63; W. Volger, Om de vrijheid der kerk (Kampen 1954); Repert., 411-412.