Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DOKKUMERS

betekenis & definitie

Recente benaming voor oude en nieuwe spotverhalen over Dokkum en zijn bewoners, in de trant van de Kamper uien. Was al in de 17de eeuw mede als gevolg van Dokkums gefantaseerd verleden een dankbaar object voor de volksspot.

DeD. zijn behalve door de aanwezigheid van enkele wonderverhalen in kronieken vooral in omloop geraakt, doordat E. Halbertsma in 1858 zijn 20 verhalen over de wijze mannen van Ezonstad (vertalingen van The merry tales of the wise men of Gotham, 16de eeuw) lokaliseerde in Dokkum. Toen de burgers van het ‘Abdera van het noorden’ zich hierdoor geprikkeld toonden, trok dit steeds meer Schildburgergeschiedenissen aan.

Zie: J. J. Kalma, De Granaet en syn freonen (1954).