Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

AYTTA

betekenis & definitie

Edel geslacht uit Roordahuizum, uitgestorven 1798. Gerbrant (ca. 1440) had o.a. twee zoons: Bernardus Bucho en Folckert (1484-1545).

Zoons o.a. 1. Wigle A. 2..Rinthje (1509-70), grietman van O.Dongeradeel en Schiermonnikoog 1552, koningsgezind. 3.

Seerp (♱ 1560), grietman van Wymbritseradeel 1553. Zoons o.a.

Bucho, godgeleerde (♱ 's-Hertogenbosch 1599), proost van St. Bavo te Gent, afgevaardigde der Staten-Generaal bij de Pacificatie van Gent 1576, te Keulen 1579; en Wybrand, jurist (ca. 1548-1603), hoogl. te Dóle 1570, raad in het Hof 1576. 4.

Gerbrand (1519-73), grietman van Wymbritseradeel 1561-70.Zie: Stb. 1, 15; 11, 11; v. d. Aa, 1, 141-142, 144; N.B.W. ni, 47; Sminia, Naamlijst, 79, 292-293; Andreae, Nalezing, 30, 93.

—, Bernard Bucho van, pastoor en jurist (Swichum 1465-Den Haag 3.12.1528). Studeerde te Leuven theologie en rechtswetenschap; pastoor te Swichum

en van St. Vitus te Lwd. Contact met Erasmus. Figuur van betekenis in Saksische tijd en onder Karel v (1515). Onderhandelaar en gezant, bijv. met Groningen, Gelre en Frankrijk. 1520 in het Hof van Holland; adopteert Wigle v. A.

Zie: Vr.F. IV (1846), 62-69; N.B.W. in, 47-48.

—, Wigle van (Viglius ab), rechtsgeleerde en staatsman (Barrahuis 19.10.1507-Brussel 8.5.1577). Neemt toenaam Suichemius van Bernard v. A. over. Studeert letteren en rechten te Leiden, Leuven, Dole en Avignon, bevriend met, beïnvloed door Erasmus. Promoveert te Valence 1529; 1531 juridisch hoogl. te Padua, 1532 voor korte tijd naar Frl. terug. Kerkelijk rechter in het bisdom Munster tijdens de Wederdopers. 1535 in het Rijkskamergerecht te Spiers, 1537 hoogl. te Ingolstadt, 1541 lid, 1549-69 voorzitter Geheime Raad, 1543 lid Grote Raad te Mechelen, 1544 lid Hof van Frl. en keizerlijke raad, 1550 chartermeester van Holland, 1559 conservator der Bourgondische bibliotheek. 1549 werd hij zegelbewaarder en ridder, 1553 voorzitter Raad van State. Diende Karel v als onderhandelaar, had o.a. groot aandeel in totstandkoming der pragmatieke sanctie (1549). Na 1555 coadjutor van de abt van St. Bavo te Gent, maar toch nog in staatsdienst. 1562 proost van St. Bavo en kanselier van de Gulden-Vliesorde, 1543 protonotarius apostolicus.

Als lid der Consulta steunde hij Granvelle. De landvoogdes wendde zich van hem af, met de edelen raakte hij op slechte voet door zijn verdediging van de bevoegdheden van de Geheime Raad en die van Financiën. Trachtte vergeefs zijn neef Wybrand als opvolger in de Geheime Raad te krijgen. Wegens erasmiaanse verdraagzaamheid en relaties met humanisten verdacht van onrechtzinnigheid. Onder Alva tegen de rode penning, 1576 met de andere leden van de Raad van State gevangen genomen, weldra vrijgelaten. Begraven in de St.

Bavo. Besteedde zijn geld o.a. aan dijkherstel, tot stichting van A.-godshuis te Swichum en Viglius-college te Leuven. Huwde 1543 Jacoba Damant, bleef kinderloos. Bevriend met Joachim Hopper (de wederzijdse brieven voor een deel bewaard).

Wrk.: vooral over de Instituten, waarvan hij een Griekse tekst uitgaf. Brieven o.a. in Analecta van Hoynck van Papendrecht.

Zie: N.B.W. II, 46-52; Rechtsgel. Magazijn (1924), 455 e.v.; B. H. D. Hermesdorf, Wigle van A. (Leiden, 1949); Repert., 225.

< >