(Colonia, Köln). Reeds in de derde eeuw drongen Keulse munten in Frl. door.
Redbad ondernam 716 met succes een veldtocht naar K. K. was de markt voor aardewerk uit Pingsdorf en Siegsburg, tufsteen uit Andernach, zwaarden uit Solingen, en dat alles heette ‘Keuls’.
Ca. goo was er een Fr. kolonie aan de Rijn en bij Sankt Gereon. Voor de handel bleef K. belangrijk: ‘Keulse penning’ in de oude wetten, Keuls gewicht grondslag voor de Fr. gewichten (1504).
Ook als zetel van de aartsbisschop en van provinciaals van sommige orden had K. betekenis. De univ. trok Fr. studenten, o.a.
A. B.
Bruynsma. Ca. 1550 kwamen er prot. vluchtelingen, in 1580 r.k. (Cunerus Petri, Douwe Benedix, Julius van Dekema, Espelbach).
In de 17de eeuw kwamen uit K. franciscaanse missionarissen. Daarna vermindert de betekenis van K. voor Frl.Zie: Jahrb. des kölnischen Geschichtsvereins xvii (1938), 82-119; A.A.U. LXXIV (1956), 204-297.