Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Haaldersbroek

betekenis & definitie

Buurtschap (en straat) aan de zuidkant van de Kalverpolder, waar de Poel overgaat in de Braaksloot, tegenover ’t Kalf. De buurt was mogelijk reeds in de 13e eeuw bewoond.

Van oorsprong maakte Haaldersbroek deel uit van de banne van Oostzanen, na 1795 hoorde de buurtschap bij Oostzaandam en later (1811) bij Zaandam.Een van de aanwijzingen die doet vermoeden dat Haaldersbroek al vroeg bestond is de laat-middeleeuwse oorsprong van de naam. ‘Haaldersbroek’ betekent ‘broekland van de ➝ Haal' (zie aldaar). Broekland was moerassig land dat desondanks voor landbouw werd gebruikt. De Kalverpolder (die in het verleden zelfs officieel ‘Halerbroek of Kalverpolder’ heette) was al vroeg ingedijkt. Vermoedelijk tot in de 17e eeuw was de polder, die door de inwoners van Haaldersbroek werd bewerkt, nog geschikt voor landbouw. Na de inpoldering van de Wijde Wormer (1622) en de Enge Wormer (1634) steeg het waterpeil in de Kalverpolder en werd akkerbouw er onmogelijk en veeteelt moeilijk. In de tweede helft van de 17e eeuw woonden er niet meer uitsluitend boeren in de buurtschap, er hadden zich ook molenknechten gevestigd.

In de eerste vermelding wordt de buurtschap niet Haaldersbroek genoemd, maar 't Kalf. Pas vanaf de 18e eeuw werd de naam ‘Haaldersbroek' meer algemeen gebruikt, naast ‘Oostzaandam aan ’t Kalf’ en het ‘Weiver’. De schrijfwijze van de naam ‘Haaldersbroek’ was allerminst eenduidig; we geven slechts een paar voorbeelden van andere spelling die werd gebruikt; ‘Hollaerdsbroek’. ‘Haaler Broek’, ‘Haaldersbroec’.

De eerste vermelding dateert uit 1440, toen pastoor Simon Laan van Oostzaan op aandringen van zijn parochianen toestemming vroeg om een kapel in 't Kalf te stichten. Volgens D. ➝ Kerssens werd de vergunning verleend, maar is het niet zeker of de kapel ook werd gebouwd. Zowel Kerssens als Van ➝ Braam (beiden verrichtten onderzoek naar de geschiedenis van de buurtschap) menen dat Haaldersbroek aanzienlijk ouder is dan met documenten aangetoond kan worden. Van Braam opperde zelfs de mogelijkheid dat Haaldersbroek de oudste bewoningskern van Zaandam is. Dat zou betekenen dat de Kalverpolder reeds in de 13e eeuw - en mogelijk nog eerder bewoond was. Archeologisch bewijs hiervoor is er (nog) niet.

Haaldersbroek heeft altijd een geïsoleerde positie binnen de Zaanstreek gehad. Deze afzondering was min of meer zelf gekozen: tot 1928 toen het padonderhoud door de bewoners aan de gemeente Zaandam werd overgedragen stonden aan het begin van de buurt twee palen, met een onderlinge tussenafstand van slechts één meter. Bredere karren konden er dus niet door. Een andere reden voor het isolement van Haaldersbroek was naast de excentrische ligging het geloof. De inwoners van Haaldersbroek bleven tijdens en na de Reformatie en de Spaanse Tijd in meerderderheid katholiek. Mede door de excentrische ligging konden zij hun godsdienst reeds vroeg in het openbaar belijden.

Al omstreeks 1650/’55 predikte een eigen priester in een voormalig vleethuis in de buurtschap. Door de eigen priester nam de afhankelijkheid van Oostzaan gaandeweg af en oriënteerde Haaldersbroek zich (economisch) steeds meer op Koog en Zaandijk.

In de bevolkingsomvang van Haaldersbroek kwam in de loop der eeuwen weinig verandering. Rond 1630 woonden er (naar schatting) 175 mensen, in 1805 230, en in 1942 (volgens een telling van Van Braam) 236. Eind 1989 woonden er circa 125 mensen. In de 18e eeuw bestond de buurtschap uit drie paden: Haaldersbroek, Ooste(i)nd(e) en Weste(i)nd(e). Daarvan zijn thans nog Haaldersbroek en het Oosteinde (nu de Haaldersbroekerdwarsstraat) over. De paden waren particulier bezit; tot op heden is een deel van de Haaldersbroekerdwarsstraat niet vrij toegankelijk.

Nadat de Kalverpolder in de 17e eeuw minder geschikt voor het boerenbedrijf was geworden, kwamen er wijzigingen in de middelen van bestaan van de inwoners van de buurtschap. In de 17e eeuw was aan de Kalverringdijk een aantal molens gebouwd. In totaal stonden er twee oliemolens (De Halve ➝ Maan en De ➝ Sint Lucas) in de buurtschap en vijf oliemolens en twee pelmolens in de directe nabijheid. De molenarbeiders waren oorspronkelijk afkomstig uit Koog en Zaandijk en kwamen dagelijks met een roeibootje de Zaan over. Een aantal van hen kwam later in de buurtschap wonen (waardoor het percentage protestanten onder de inwoners toenam). Het economisch hoogtepunt voor Haaldersbroek was de 19e eeuw.

Daarna nam het inwonertal van de buurtschap af, mede door de bouw van een katholieke kerk aan het Kalf. In 1942 werkte 53 % van de beroepsbevolking in de industrie (voedings- en genotmiddelenindustrie 18 %), 25 % in het agrarisch bedrijf en 11 % in handel en verkeer. Ondanks de verplaatsing van de kerk was de buurtschap overwegend katholiek gebleven; 47 % van de bevolking. Verder was 15 % gereformeerd, 13 % hervormd, 21 % onkerkelijk en ook woonden er nog enige Luthersen en doopsgezinden in de buurtschap. Haaldersbroek is in de laatste eeuw kleiner geworden, maar heeft zijn authentieke karakter grotendeels behouden. De laatste jaren zijn er enige panden in stijl bijgebouwd.

Ook de oude wegsloot is bewaard gebleven. Het isolement van de buurtschap is, met de aanleg van de Leeghwaterweg en de uitbreidingen van het Kalf, sterk verminderd. De procedure die tot aanwijzing van Haaldersbroek als ➝ beschermd dorpsgezicht moet leiden is in gang gezet, maar nog niet afgerond.