Fabrikant van linoleum en vinyl, handel in linoleum, vinyl, tapijt, onderhouds-, plak- en egaliseermiddelen, afwerkingsprodukten zoals plinten, profielen en lasdraden; statutaire zetel in Krommenie, feitelijk gevestigd te Assendelft.
Het bedrijf werd opgericht in oktober 1898 te Krommenie door Pieter Hendrik Kaars Sijpesteijn. De familie “Kaars Sijpesteijn was al generaties lang actief in de “zeildoekweverij. De vader van Piet Hein. Willem Kaars Sijpesteijn, had in 1845 de lijnoliemolen de “Vrede te Westknollendam aangekocht. Lijnolie werd onder andere gebruikt voor het impregneren van vlasdoek (zeildoek) en hout. voor verlichtingsdoeleinden, en als mengstof voor verf.
In de tweede helft van de 19e eeuw liep zowel de vraag naar lijnolie als naar zeildoek terug. In plaats van lijnolie werd steeds vaker petroleum als brandstof voor lampen gebruikt, en de opkomst van de stoomschepen deed de afzet van zeildoek dalen.
In Schotland was inmiddels door Frédéric Walton het linoleum uitgevonden. Walton had ontdekt dat bij oxydatie van lijnolie een dik en taai vlies ontstaat. In 1863 slaagde hij er in door het gebruik van dit produkt. met harsen, kurkmeel. jute en kleurstof een nieuwe soort vloerbedekking te ontwikkelen. Hij noemde zijn uitvinding 'linoleum' (Linum = lijnzaad. Oleum = olie). In 1864 bouwde Walton de eerste linoleumfabriek in Staines.
Toen Piet Hein Kaars Sijpesteijn. die zijn vader in zaken was opgevolgd, van deze vinding hoorde, was hij op zoek naar afzetmogelijkheden voor zijn bijna geheel onverkoopbare lijnolie en zeildoek. Het nieuwe Engelse produkt zou de redding van zijn bedrijf kunnen zijn. Hij zocht contact met Walton en in oktober 1898 werd een contract tussen beiden getekend. De familie Sijpesteijn kocht voor f 400 het patent voor de vervaardiging van linoleum in Nederland. In november van datzelfde jaar werd het in Engeland getekende ontwerp voor een fabriek, naar Krommenie gezonden. Het jaar daarop begon de nv Nederlandsche Linoleumfabriek aan de Padlaan te Krommenie met de produktie.
Bij het bedrijf werkten toen 23 personen, waaronder zeven Schotten, die waren overgekomen om de helpende hand te bieden bij de opbouw van het bedrijf en die in later jaren voor het merendeel naar huis terugkeerden. De omzet dat eerste jaar bedroeg ƒ 64.665. In deze tijd werden de eerste rollen effen Walton (bruin) met en zonder opgedrukt patroon geproduceerd.
In 1903 brandde de fabriek geheel af, waarna herbouw volgde. Maar in 1916 was deze nieuwe fabriek reeds te klein geworden en moest worden uitgebreid. Aangezien daarvoor aan de Padlaan geen mogelijkheden bestonden, werd een nieuwe fabriek gebouwd aan de Vaart. De fabricage nam daarna zo'n grote vlucht, dat in 1923 ook in Assendelft een vloerbedekkingsfabriek in gebruik genomen moest worden (de fabriek ➝ Zuid’ aan de Industrieweg).
In Wormerveer werd in 1926 een chemische divisie, onderdeel van de Nederlandse Linoleum Fabrieken gestart (thans Eurocol. Industrieweg), waar werd begonnen met de produktie van kit en egaliseermiddelen.
De reeds lang levende wens van Sijpesteijn om een aantal Europese linoleumfabrikanten samen te doen gaan kreeg in 1929 gestalte toen de Continentale Linoleum Union (CLU) te Zürich werd opgericht. In 1968 zou uit de CLU een veel hechter concern-verband voortkomen: de Forbo-groep.
Uit 1930 dateert de komst van marmoleum als vloerbedekking. Een nieuwe impuls voor de linoleumproduktie was de vondst van kleursterke pigmenten. Deze konden linoleumstof elke gewenste kleur geven, óók lichte kleuren door gebruik van titaanwit.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef de omzet van de Nederlandsche Linoleum Fabrieken gestaag groeien. De oorlog maakte hier een einde aan; de omzet daalde zelfs naar een absoluut dieptepunt. Na de oorlog kwam het bedrijf tot nieuwe bloei en werden nieuwe produkten ontwikkeld. In 1950 werd begonnen met de produktie van Colorite (cumaronharstegel), in 1952 startte het bedrijf als één der eerste in Europa met de fabricage van vinyl (colovinyl), en in 1960 bracht het bedrijf coloflor (luxe vinyltegel) op de markt. Een geheel nieuwe produktgroep werd in 1964 gevormd, toen het bedrijf begon met het maken van vinyl in banen. Op het complex Zuid te Assendelft werd in 1968 gestart met de fabricage van Novilon, een verende vinyl-vloerbedekking, waarbij gebruik werd gemaakt van een vier-kleurendrukmachine.
De produktie van vinyl op vilt werd verplaatst naar Coevorden. waar een paar jaar eerder panden van de voormalige Davo-haardenfabrieken waren verworven. Hierdoor kwam op het complex Zuid in Assendelft ruimte beschikbaar om de produktie van Novilon uit te breiden.
De omzetting van de CLU in het concern Forbo leidde ertoe dat de naam van de Nederlandse Linoleumfabriek in 1970 werd veranderd in Forbo Krommenie. Ook hierna werden nieuwe produkten op de markt gebracht. De Novilon produktgroep werd uitgebreid door de komst van Novilon Nova, Viva, Soft, de Luxe, en Astro. Voorts kwamen Sure Step, Linoflex, Bulletin Board (wandbekleding) en Desk Top (afwerking meubels) in produktie.
De Forbo-groep (met het hoofdkantoor nog altijd te Zürich) heeft in de volgende landen produktiemaatschappijen: Zweden. Zwitserland. Frankrijk. West-Duitsland. Engeland en Nederland. In Nederland zijn er naast de vestiging in Krommenie/Assendelft vestigingen in Soest.
Coevorden. Goirle. Zeist, voorts is er “Eurocol bv te Wormerveer (plak-, egaliseer- en onderhoudsmiddelen). Een belangrijke uitbreiding kreeg Forbo Krommenie in 1986 (vier jaar na de ingebruikneming van het nieuwe kantoorgebouw) toen de linoleumfabriek werd uitgebreid met vijf nieuwe droogkamers. een koelvloer en een zogeheten dwarskalander.
Bij Forbo Krommenie bv waren in 1991 905 personen in dienst. De omzet bedroeg in 1990 396 miljoen gulden. Zeventig procent van de produkten wordt geëxporteerd (Europa, De bedrukking van her linoleum had in de jaren '20 nog me! de hand plaats.
Midden-Oosten, Verre Oosten, Canada, Verenigde Staten, Ijsland, Australië en Nieuw Zeeland).
Literatuur: K. Woudt: De geschiedenis van een Krommenieër familie-ondememing, Krommenie, 1988.