Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Badhuizen

betekenis & definitie

Badinrichtingen, in de tweede helft van de vorige eeuw opgericht in vrijwel alle tot de Zaanstreek behorende gemeenten, inmiddels gesloten en goeddeels vergeten. Naast de hier bedoelde ‘binnenbadhuizen’ was er ook een aantal badhuizen aan open water, onder andere in Zaandam op het (Pont-)eiland in de Voorzaan, te Zaandijk aan het Wijd, aan de Nauemase Vaart te Krommenie enzovoort, zie: ➝Zwembaden.

De oprichting van de badhuizen hing samen met het besef dat hygiëne in belangrijke mate bijdraagt tot de volksgezondheid. In de vorige eeuw waren de woningen slechts bij hoge uitzondering voorzien van een wasgelegenheid. Tot de komst van ‘stromend water’ (pas na 1878 ontstond de mogelijkheid de duinwaterleiding van Amsterdam langs de Zaangemeenten door te trekken, zie: ➝Waterleiding) waste de bevolking zich in overgrote meerderheid met water uit de regenwaterput of uit de sloot. Het zijn de plaatselijke ➝kruisverenigingen geweest die de binnenbadhuizen oprichtten. In Koog bijvoorbeeld bouwde Het Witte Kruis in 1885 zo’n badhuis op het Galgenland, bestaande uit vier kamertjes met kuipbad en vier met een douche. De naam Badhuisstraat herinnert daar nog aan, evenals in Krommenie de Badhuislaan.

Eerder, in 1876, dus nog voor de komst van de waterleiding, was te Zaandijk de Zaanlandsche Bad- en Zwem Inrichting opgericht door een particuliere vereniging, die behalve het zwembad aan het Wijd een afdeling ‘kuipbaden’ exploiteerde. In 1889 werden er 1954 zulke kuipbaden genoten, op de totale bevolking van Zaandijk en Wormerveer (toen ongeveer 7500 tot 8000 personen) geen indrukwekkend aantal.

Rond de jaren ’50 zijn de binnenbadhuizen successievelijk gesloten. Alle nieuw gebouwde woningen bevatten toen op z’n minst een doucheruimte; het aantal in de badinrichtingen van de plaatselijke kruisverenigingen genomen baden liep sterk terug en de exploitatie (die door de personeelslasten van badmeester en -juffrouw vnj kostbaar was) werd gestaakt. Een door woningbouwvereniging ZVH te Zaandam gebouwd badhuis bleef tot 1968 in gebruik.