Aanduiding voor een geheel internationaal gerichte economie, zooals deze zich vóór 1914 op vele punten heeft ontwikkeld op de basis van de kapitalistische individualistische Erwerbswirtschaft. In deze zin werd door sommige economen ook een ontwikkeling gezien in de richting van een voortdurende verruiming van het kader der volkshuishouding, met als hoogste trap van ontwikkeling de W.
Vooral na 1930 heeft, mede onder invloed van de crisis, de W. ook als idee, plaats moeten maken voor nieuwe nationaal-economische bindingen (zie: Autarkie, Levensruimte).Lit.: B. Harms, Volkswirtschaft und Weltwirtschaft, 1912; W. F. Taussig, Theorie der int. Wirtschaftsbeziehungen, 1929; A. Sartorius von Waltershausen, Weltwirtschaft, H.d.S.; id., Die Entstehung der Weltwirtschaft, 1931; E.
Wagemann, Struktur und Rhythmus der Weltwirtschaft, 1931; F. Fried, Wende der Weltwirtschaft, 1939.
