Witte, mousserende en niet-mousserende wijnen. Dal van de Boven-Rhóne, Frankrijk
Vlak na zijn intrede op Frans grondgebied stroomt de Rhône door het vlindervormige wijndistrict Seyssel, dat bestaat uit de 2 gemeenten met die naam (een in de Haute-Savoie, een in de Ain) en Corbonod. De 2 dorpjes Seyssel alsook de beide departementen worden door de Rhône van elkaar gescheiden. De wijnen van Seyssel zijn wit en worden soms mousserend gemaakt.
Het district Seyssel bestaat uit een reeks heuvels en dalen die er heel vroeger zijn ingeslepen door gletsjers die in hun spoor een kiezelachtige mergel en een eveneens kiezelige kalk achterlieten. Dit is de bodem waarop men tegenwoordig wijnstokken plant. Een groot aantal van de hellingen ligt op het zuiden of het zuidoosten.
De niet-mousserende Seyssel wordt uitsluitend gemaakt van de Roussette-druif. Het is niet zeker of deze druif in de Oudheid werd aangeplant bij Saint-Cornas en Hermitage, aan de benedenloop van de Rhône, vanwaar men hem op schepen die zout vervoerden naar Seyssel bracht, of dat hij uit Cyprus werd geïmporteerd, of dat hij afstamt van de Hongaarse Furmint die ooit door een hertog van Savoie werd meegebracht. Maar wat zijn oorsprong ook moge zijn, dit druiveras geeft een lichte, vuursteen-droge witte wijn die al heel snel tot volle wasdom komt en jong moet worden gedronken. Dat is ook de reden waarom men hem doorgaans bottelt in de maand april die op de wijnoogst volgt. In de samenstelling van de mousserende Seyssel doet de Roussette voor minstens 10% mee. De rest bestaat uit Molette en Chasselas.
In Seyssel zelf noemt men de daar geproduceerde mousserende wijn Bon Blanc. Het nauwkeurig begrensde district Seyssel heeft een wijngaardoppervlak van ongeveer 80 ha, waarop zo’n 4000 hl per jaar wordt geproduceerd.
