Het ‘stromen’ van maagzuur naar boven in de slokdarm, met pijn in de bovenbuik en op de borst.
Maagzuur is een heel sterk bijtend zuur. Het slijmvlies van de maagwand is ertegen beschermd, maar het slijmvlies van de slokdarm, boven de maag, niet. Als maagzuur in de slokdarm komt, geeft dat een brandende pijn en soms een ontsteking. Als het helemaal tot in de mond doorstroomt, noemt de dokter dit een ‘oprisping’ of ‘regurgitatie’. Ga je de onverteerde maaginhoud opnieuw kauwen, dan heet dat ‘rumineren’. Koeien doen dat een groot deel van de dag in de wei, maar zij hebben dan ook vier magen.
Een aanval van brandend maagzuur duurt vaak maar kort en kan dan geen kwaad. Als iemand vaak brandend maagzuur heeft en de aanval lang duurt, kan het slijmvlies van de slokdarm ontstoken raken, kapotgaan en littekens krijgen. Dat heet refluxoesofagitis. Dan kan het slijmvlies van de slokdarm blijvend veranderen (barrettslokdarm) en kan daar later kanker van komen.
Veel mensen hebben last van brandend maagzuur na het eten van vet voedsel, roomijs, koolzuurhoudende frisdrank, alcohol of koffie. Door roken krijgen ze er extra last van. De drogist en apotheek verkopen middelen om maagzuur zwakker te maken. Als die niet helpen, kan de huisarts sterkere medicijnen voorschrijven. Die beschermen de maagwand of laten de maag minder maagzuur maken.
Ook zuurbranden, zure reflux (‘terugvloeien’), pyrose. Kijk ook bij oprispen, braken, middenrifbreuk, slokdarmkanker.
