Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

alcohol

betekenis & definitie

Stof die ontstaat bij gisting van granen of vruchten waarvan je ontspannen en vrolijk, maar ook dronken kunt worden, en waarmee je kunt ontsmetten.

Alcohol in je lichaam kan je ontspannen laten voelen. Daarom gebruiken veel mensen het. Veel mensen in Nederland zijn eraan verslaafd. Vaak merken mensen niet dat ze verslaafd raken: eerst een paar drankjes in de week, dan elke dag een paar drankjes en steeds meer, totdat het lichaam het niet meer goed doet als er geen alcohol gedronken is.

Een ander probleem van alcohol is dat je er dronken van wordt. Als je dronken bent, weet je niet goed wat je doet en ga je vrolijke, maar vaak ook onverstandige dingen zeggen en doen. Hoe hoger het percentage alcohol in een glas met drank, des te sneller iemand dronken wordt. Een derde probleem met alcohol is dat het slecht is voor veel delen van je lichaam. Vooral je lever, je hersenen en je slokdarm en maag kunnen door alcohol schade oplopen.

In de geneeskunde wordt een andere vorm van alcohol (methylalcohol) gebruikt om te ontsmetten. Als de dokter een prik geeft, wordt eerst de huid met methylalcohol ontsmet. Mensen die slordig sterkedrank (zo schrijf je dat) destilleren, maken per ongeluk methylalcohol in plaats van ‘gewone alcohol’ en kunnen dan blind worden van hun zelfgestookte drank.
De dokter gebruikt methylalcohol op het werk om de huid mee te ontsmetten (desinfecteren).

Ook ethylalcohol, ethanol. Kijk ook bij alcoholisme, comazuipen.