Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Testament

betekenis & definitie

De Heilige Schrift bevat twee hoofddeelen, bekend onder de namen: het Oude en het Nieuwe Testament, ’t Gebruik dezer benamingen is te danken aan de Vulgata (zie het artikel) die in 2 Cor. 3:14 het Grieksche woord diathekè (Hebreeuwsch: berit = verbond) heeft overgezet door testamentum = beschikking, bedeeling.

Onder testament of verbond verstaan wij het Genadeverbond (zie het artikel), d. i. de weg, door God in Christus ontsloten om den mensch, na de verbreking van het Werkverbond, tot de zaligheid te brengen. Dit Genadeverbond heeft twee bedeelingen: de eene vóór, de andere na Christus. De eerste wordt genoemd: oude bedeeling, of bedeeling der belofte, de tweede nieuwe bedeeling, of bedeeling der vervulling. Aan elk dezer bedeelingen afzonderlijk wordt ook de naam verbond of testament gegeven: Luc. 22 : 20, 1 Cor. 11 : 25, Hebr. 8 : 13.

In de Heilige Schrift zelve wordt de naam testament (of verbond) overgebracht op de verzameling van heilige geschriften, waai inde verbondsbedeeling is beschreven. In 2 Cor. 3 : 6 zegt Paulus: Die (n.l. God) ons ook bekwaam gemaakt heeft om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments (of Verbonds), d. i. van de nieuwe bedeeling des Genadeverbonds. Eenige verzen verder, vers 14, lezen we van de Joden: Want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments. Hier worden onder de benaming Oude Testament duidelijk de boeken des Ouden Testaments aangewezen.

Zie verder het artikel Bijbel.