1828—1906, vrouw van een Engelsch predikant, die groote bekendheid verkreeg door haar onvermoeiden strijd tegen de prostitutie. In 1869 begon haar optreden tegen de reglementeering van de ontucht en de daarmeê gepaard gaande verplichte inschrijving vanwege de politie en de gedwongen keuring van vrouwen.
Met groote moeilijkheden had zij te kampen ; in breeden kring stuitte ze op tegenstand en verzet. Maar zij wist niet van wijken, en streefde er naar met groote volharding, de publieke opinie om te zetten.
Haar invloed bleef . niet tot Engeland beperkt. Dank zij haar initiatief kwam in Maart 1876 tot stand de „Fédération brittanique et continentale pour l’abolition de la prostitution envisagée comme institution légale et sociale”, en werd in 1878 te Neüchatel opgericht de „Union internationale des amies de la jeune fille”, waarbij zich in 1887 als afdeeling aansloot de in 1882 in ons land gestichte Vereeniging ter bescherming van jonge meisjes.
Herhaaldelijk trad zij ook in Nederland op, om met Dr H. Pierson de reglementeering der ontucht te bestrijden.