(Geboren 1736, gestorven 1796) is in de letterkunde meest bekend door de geruchtmakende geschiedenis van zijn Ossian-uitgaven. Sinds de 12e eeuw leefde in Engeland de naam van Ossian.
Deze zou een van die beroemde „barden” zijn geweest, priesterzangers, die de dragers waren van de volksbeschaving in den oudsten tijd, toen onder de verschillende stammen nog alleen mondeling overgeleverde volkspoëzie bestond. Bovendien heette hij de zoon van den fabelachtigen held Fingal, die in de 3e eeuw zijn Schotsche volk van de invallende Denen zou hebben verlost en van hem zou Ossian in zijn bardenzangen, zijn Fenian Poems vooral hebben gezongen.
Mondelinge overlevering had deze oude epische poëzie lang bewaard, maar in latere eeuwen was ze, wat haar inhoud betreft, in vergetelheid geraakt en zoo was de poëzie van Ossian een onbekende, maar om het aureool van beteekenis, dat haar legendarische gestalte omstraalde, hoogelijk vereerde grootheid geworden.In het licht van deze verhoudingen nu moet het werk van Macpherson worden gezien; dan verstaat men, waarom dat werk „geruchtmakend” kan worden genoemd. Na de uitgave n.l.. van een eerste gedicht The Highlander (dat vrijwel onopgemerkt bleef) kwam hij in 1759 voor den dag met z’n Fragments of ancient Poëtry, die de vertaling heetten te zijn van Ossian’s, door hem teruggevonden, gedichten. In wijden kring wekte zijn „vondst” groote belangstelling en Macpherson oogstte veler bewondering, ofschoon van sommige zijden twijfel werd uitgesproken omtrent de echtheid der Fragments. Door den financiëelen steun van eenige enthousiasten werd Macpherson in staat gesteld, een onderzoekingstocht door de Schotsche hooglanden te doen, ten einde verdere gegevens op te sporen. Na twee jaren bracht hij inderdaad de vermoede poëzie over Fingal van onder het stof der vergetelheid te voorschijn en hij gaf die in ’t licht onder den alle verwachtingen vervullenden titel: Fingal, ancient epic poëm... composed bij Ossian, son of Fingal, translated from the gaelic language, tegelijk met een ander werk van Ossian, Temora, dat van den inval van den Deenschen koning Svaran vertelt. Zijn roem was gevestigd. Aanstonds kwam hij in belangrijke functies: hij werd secretaris van den Gouverneur van Pensacola (in Florida), straks gezant te Londen voor Mohamed Ali, den nabob van Arcot, later pamflettist voor de Engelsche regeering, ten bate van de koloniale politiek van minister North, eindelijk lid van het Parlement. Uit den tijd van deze ambtsvervulling dateeren verschillende historische geschriften van zijn hand: The Rights of Great Britain, asserted against the Claims of America, Original Papers containing the Secret History of Great Britain (die uit de memories van koning Jacobus II geput heetten te zijn) e.d.
Latere onderzoekingen hebben uitgewezen, dat Macphersons beroemde vertalingen van Ossian bedrog waren. Er bestonden geen origineele texten: wat Macpherson gegeven had was handig gecomponeerd fantasiewerk. Toch heeft Macphersons poëzie grooten invloed geoefend op de Engelsche letterkunde, want ze is baanbrekend geweest voor de Engelsche romantiek.