Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Inzetting

betekenis & definitie

Schriftuurlijke uitdrukking, waarmede over ’t algemeen aangeduid wordt, een goddelijke instelling. Zoo worden het Pascha (Exod. 12 : 43) en de wet van Mozes (Levit. 10:11) inzetting genoemd.

Elders komt het woord in het meervoud voor in vereeniging met „rechten” en „geboden”. Op eenige plaatsen is sprake van de inzettingen der Heidenen, die gruwelijk genoemd worden waarmede op godsdienstige gebruiken gedoeld wordt (Levit. 18:30).

Het volk Israël werd vermaand om in de inzettingen Gods te „wandelen”, die te „houden”, die te „doen” daarvan „niet af te wijken”, die te „bewaren”, te „weten”.Het woord inzetting doet hier op scherpe wijze uitkomen den goddelijken oorsprong, en dies de heiligheid van den dienst Gods, die Israël voorgeschreven was.

In het Nieuwe Testament komt het woord voor van menschelijke instellingen, zooals de overleveringen van de oude rabbijnen, terwijl Paulus in zijn brief aan de Thessalonicenzen (2 : 15) het woord gebruikt met het oog op wat door hem aan de gemeente overgegeven is, n.l. het woord des Evangelies, dat hij van Christus ontvangen heeft.

< >