inzetting
instelling, bindend voorschrift, verordening.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. het inzetten ; 2. instelling, verordening: de inzetting van het Pascha (ENod. 12 : 43); Israël! hoor naar de inzettingen.
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) 1. Algm. het → inzetten. 2. Inz. Veroud. het inzetten (8), instelling : de van het Pascha.
F.W. Grosheide (1926)
Schriftuurlijke uitdrukking, waarmede over ’t algemeen aangeduid wordt, een goddelijke instelling. Zoo worden het Pascha (Exod. 12 : 43) en de wet van Mozes (Levit. 10:11) inzetting genoemd. Elders komt het woord in het meervoud voor in vereeniging met „rechten” en „geboden”. Op eenige plaatsen is sprake van de inzetti...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: