Wat is de betekenis van Inzetting?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inzetting

v. (-en), 1. het inzetten ; 2. instelling, verordening: de inzetting van het Pascha (ENod. 12 : 43); Israël! hoor naar de inzettingen.

2025-07-15
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

inzetting

instelling, bindend voorschrift, verordening.

2025-07-15
Spreekwoorden en gezegden uit de bijbel

J. van Delden (1982)

inzetting

Instelling, bindend voorschrift, verordening. Uit de vermaning van Mozes tot het volk Israëls om Gods wet te onderhouden: Nu dan, o Israël, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen, u geven zal (Deut. 4:1). Vgl. Ex. 12:43...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inzetting

s., ynsetting.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inzetting

v. (-en) 1. Algm. het → inzetten. 2. Inz. Veroud. het inzetten (8), instelling : de van het Pascha.

2025-07-15
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Inzetting

Schriftuurlijke uitdrukking, waarmede over ’t algemeen aangeduid wordt, een goddelijke instelling. Zoo worden het Pascha (Exod. 12 : 43) en de wet van Mozes (Levit. 10:11) inzetting genoemd. Elders komt het woord in het meervoud voor in vereeniging met „rechten” en „geboden”. Op eenige plaatsen is sprake van de inzetti...