Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Gesticht

betekenis & definitie

De algemeen gebruikelijke spreekwijze „onder de prediking gesticht te worden” schijnt ontleend aan Hand. 9 : 31. Hier echter wordt het woord niet gebezigd van een persoonlijke zielsgesteldheid of bizondere stemming der afzonderlijke leden, maar van den opbouw der gemeente, die, wat tijdens de vervolging niet mogelijk was, nu hare inwendige verhoudingen kon regelen, en ook naar buiten zich uitbreiden, ’t Ging met de gemeente als met een huis in aanbouw, dat steeds hooger wordt opgetrokken; zij werd gesticht, d. w. z. gebouwd, om zoo aan haar bestemming te kunnen beantwoorden.