gesticht
gesticht - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van stichten
Muiswerk Educatief (2017)
gesticht - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-sticht 1. een tehuis voor mensen met psychische problemen ♢ hij werd opgenomen in een gesticht Zelfstandig naamwoord: ge-sticht -en gesticht Synoniemen in...
Getty Research Institute (1990)
gesticht - Aanduiding voor gebouwen die werden gebruikt voor de opvang van zieken en behoeftigen die eerder verzorging nodig hadden dan medische behandeling; gebruik 'psychiatrische ziekenhuizen' of 'psychiatrische klinieken' voor instellingen die geesteszieken behandelen en 'sanatoria' voor instellingen waar chronisch...
Dr. E. Schröder (1980)
Gesticht betekent: gebouw, instituut, inrichting. Natuurlijk is ’t woord verwant met het werkwoord stichten: bouwen, oprichten, zorgen dat iets tot stand komt. Dit werkwoord wordt ook figuurlijk gebruikt. Men zegt bijvoorbeeld: onheil stichten, verwarring stichten. Dan betekent het: veroorzaken. Vervolgens wordt stichten gebezigd in de zin va...
M. J. Koenen's (1937)
o. -en (gebouw, met een bepaald doel gesticht, inz. van kloosters, instellingen van liefdadigheid: instelling, stichting): een liefdadig gesticht; een gesticht voor ooglijders.
Jozef Verschueren (1930)
(gə’sticht) o. (-en; -je) gebouw, instelling, met een bepaald doel gesticht: een liefdadig -; een voor ooglijders.
F.W. Grosheide (1926)
De algemeen gebruikelijke spreekwijze „onder de prediking gesticht te worden” schijnt ontleend aan Hand. 9 : 31. Hier echter wordt het woord niet gebezigd van een persoonlijke zielsgesteldheid of bizondere stemming der afzonderlijke leden, maar van den opbouw der gemeente, die, wat tijdens de vervolging niet mogelijk was, nu hare inwend...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: