Wat is de betekenis van gesticht?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gesticht

gesticht - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van stichten

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gesticht

gesticht - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-sticht 1. een tehuis voor mensen met psychische problemen ♢ hij werd opgenomen in een gesticht Zelfstandig naamwoord: ge-sticht -en gesticht Synoniemen in...

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

gesticht

gesticht - Aanduiding voor gebouwen die werden gebruikt voor de opvang van zieken en behoeftigen die eerder verzorging nodig hadden dan medische behandeling; gebruik 'psychiatrische ziekenhuizen' of 'psychiatrische klinieken' voor instellingen die geesteszieken behandelen en 'sanatoria' voor instellingen waar chronisch...

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gesticht

Gesticht betekent: gebouw, instituut, inrichting. Natuurlijk is ’t woord verwant met het werkwoord stichten: bouwen, oprichten, zorgen dat iets tot stand komt. Dit werkwoord wordt ook figuurlijk gebruikt. Men zegt bijvoorbeeld: onheil stichten, verwarring stichten. Dan betekent het: veroorzaken. Vervolgens wordt stichten gebezigd in de zin va...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gesticht

s.n., ynrjochting, gesticht (it).

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gesticht

o. -en (gebouw, met een bepaald doel gesticht, inz. van kloosters, instellingen van liefdadigheid: instelling, stichting): een liefdadig gesticht; een gesticht voor ooglijders.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gesticht

(gə’sticht) o. (-en; -je) gebouw, instelling, met een bepaald doel gesticht: een liefdadig -; een voor ooglijders.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gesticht

De algemeen gebruikelijke spreekwijze „onder de prediking gesticht te worden” schijnt ontleend aan Hand. 9 : 31. Hier echter wordt het woord niet gebezigd van een persoonlijke zielsgesteldheid of bizondere stemming der afzonderlijke leden, maar van den opbouw der gemeente, die, wat tijdens de vervolging niet mogelijk was, nu hare inwend...