Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Geopenbaarde waarheid

betekenis & definitie

Het kan uit den aard der zaak niet de bedoeling zijn bij dezen term hier ter plaatse min of meer uitvoerig uiteen te zetten wat openbaring is en wat we onder waarheid hebben te verstaan; voor het antwoord op beide vragen zij verwezen naar de artikelen over beide onderwerpen elders in dit werk.

De term „geopenbaarde waarheid” is een vaststaande geworden voor die waarheid, die God ons heeft geopenbaard in Zijn heilig Woord. Deze waarheid werd langs den weg van inspiratie, innerlijke inspraak, droomen, visioenen en dergelijke geopenbaard aan Zijn knechten, die Hij had verordineerd om Bijbelschrijvers te worden en te zijn. Zij predikten veelal het Woord, hetzij als psalmisten of profeten, apostelen of evangelisten, maar schreven het ook op. En door de bijzondere zorg des Heiligen Geestes zijn hun geschriften, voorzoover God het noodig keurde, ons nog bewaard. In dat Woord zien wij de Waarheid, hebben wij de Waarheid. Maar van het begin tot het eind als „geopenbaarde” waarheid, daar God, in Wien zij oorspronkelijk verborgen was (in Zijn verstand, in Zijn wijsheid, in Zijn Raad) ze heeft willen open-baren, naar buiten voortbrengen, opdat zij, naar de mate van ons kenvermogen door ons zou worden verstaan, beleden met den mond en geloofd met het hart.

Wat naar Petrus’ zegswijze van de profetie geldt, geldt van heel den inhoud der Oud- en Nieuwtestamentische Schrift: „Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door ' den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken” (2 Petr. 1 : 21; zie voor de éénheid van Oud en Nieuw Testament in dezen deele bijv. Dr. A. Kuyper, Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid, dl. II, afd. II, hfdst. II, § 38-46).

De kern dezer geopenbaarde waarheid is Jezus Christus; hij-zelf: de Waarheid (Joh. 14 : 6) en in wien de openbaring Gods tot ons komt (Joh. 1 : 14, 17, 18; 10 : 30; 17 : 6 enz.).

< >