D. i. wat van aarde, kiel gemaakt is. Een aarden vat werd bij het offer gebruikt, waardoor de melaatsche in de gemeenschap des volks weder werd opgenomen (Lev. 14: 5), ook bij het drinken van vloekwater als een teeken van vernedering, gelijk dan ook doorgaans het aarden vat voorkomt als een beeld van geringheid (Klaagl. 4 : 2; 2 Tim. 2 : 20).
In Jer. 19 : 1, 11 is de aarden kruik een zinnebeeld van het volk Israëls, dat zich door afgodendienst verachtelijk gemaakt heeft en dat de Heere daarom wil verbreken. In Jer. 32 : 14 wordt verhaald, dat de koopbrief in een aarden vat bewaard werd.
In de aarde begraven, werd de inhoud minder aan bederf blootgesteld. In 2 Cor. 4 : 7 wordt het lichaam van den mensch met een aarden vat vergeleken.